maandag 31 december 2007

Vaarwel (van Jeska, namens ons allemaal, zie onder)

Einde (door Alexander)


Livingston, Guatemala, 26 juli.
Er hangen allerlei ingelijste schilderijtjes aan de muur, een portretje van Frida Kahlo ook. De eigenares heeft ons net verwelkomd met de mededeling dat ze Mexicaanse is en dat ze ook een jaar in India heeft gewoond, dus dat ze allebei de keukens kookt. Voor het venster hangt een lichtpeertje met een soort geknutseld bladmotief-omhulseltje dat schommelt in de wind. Erg gemoedelijke sfeer.
Die ruw verstoord werd. Door de man die wij compleet vergeten waren. Hij zag ons en wij zagen hem vanmiddag voor het eerst, op straat. Hij staarde ons na, toen wij met onze backpacks langsliepen. Hij staarde ons aan met een soort veelbetekenende uitlachgrijns, hij raadde dat we uit Nederland kwamen en wij reageerden niet echt en hij zei dat wij niet van zwarte mensen hielden zeker. Ik antwoordde wat wild ‘well’, als in ‘wel waar’, nouja, en mijn reisgenote en ik trokken een wenkbrauw naar elkaar op.
Toen we vervolgens in ons hotel op het binnenplaatsje in de hangmat lagen, stapte hij ons hotel binnen. Hee, hallo, mijn vrienden uit Holland, ‘hoe heet je? hoe gaat het?’, en ik ben in Utrecht geweest, om muziek te maken op een uitwisselingsproject, garífunamuziek. Livingston staat bekend als een enclave van garífuna, een volksstammetje van nakomelingen van Afrikaanse slaven, dus met Afrikaanse uiterlijken en culturele wortels en rituelen.
Mijn reisgenote – ook uit Utrecht – was meteen geïnteresseerd en vroeg door, vroeg zich niet af waarom de man hier was, op ons binnenplaatsje, vroeg naar de muziek, de cultuur. Vanavond hadden ze iets in hun wijk, zei meneer Garífuna, maar daar kwamen de toeristen nooit, de toeristen waren bang voor het onbekende, toeristen reisden altijd in groepen en vertrouwden het niet om naar de Garífunacultuur te komen kijken, dat vonden ze eng en daar waren ze bang voor. Maar als wij een beetje avontuurlijk waren, dan mochten we wel met hem mee vanavond, dan liet hij ons, avontuurlijke mensen, graag de muziek horen – dat was niet voorbehouden aan zwarte, witte, gele of blauwe mensen, iedereen was welkom, als je een beetje avontuurlijk was.
Meneer Garífuna was zwart, oud, ongeschoren, keek wat verwilderd, had een witte pigmentvlek in zijn boven- en onderlip en een t-shirt met kleine mottengaatjes en een sumoworstelaar erop. Er was net een negendaags ritueel, ging hij verder, waarbij er vanavond iets zou worden voorbereid, en er was een offerritueel in de dagen die volgden. Hij nam ons graag mee de jungle in, maar dan moesten we wel van avontuur houden en van het gebaande pad af. Hij kwam ons vanavond om half acht, acht uur wel halen bij het hotel, we spraken het af.
Meneer Garífuna ging vervolgens naar onze wc, wij trokken een wenkbrauw op, hij groette en ging weg.
Toen begonnen we aan het verhaal te twijfelen. Het was niet erg consistent en door zo vaak te benadrukken dat mensen er bang voor waren maar wij natúúrlijk niet, gingen we ons juist afvragen of er iets was om bang voor te zijn. Of hij wilde wel gewoon iets laten zien van zijn cultuur aan leuke toeristen. Dat kon ook. We twijfelden.
En toen vergaten we hem. Helemaal. Zoals we de hitte van overdag vergaten toen de zon onder ging, verdween meneer Garífuna uit onze gedachten. Echt waar.
Tot hij ons restaurant binnenstapte. Hij schoof prompt een stoel bij aan onze tafel. Hij had ons gevonden en vroeg waarom we er niet waren geweest, om half acht. We stamelden dat we hem helemaal vergeten waren. ‘Vergeten? Ik ben een man die zijn belofte houdt.’ Hij bleef aan ons tafeltje zitten wachten, wij voelden ons steeds ongemakkelijker, ik bestudeerde mijn mojito, hij vertelde het verhaal van het Garífunarestaurant hiertegenover. Dat was failliet gegaan dankzij de Mexicaan die hier zijn tent was begonnen en meer verstand had van zaken. Mijn reisgenote verdiepte zich in haar boek, ik slurpte muntblaadjes aan mijn rietje vast. En hij verdween ineens. Met de snelheid van een pijl die uit een gespannen boog schoot. Mijn reisgenote zei het achterhoofd van meneer Garífuna nog gedag.
Even later stond hij nog wat te gebaren van buiten, en voorlopig is dat het laatste wat we van hem zagen. Het einde, voorlopig. En we twijfelden weer.
De volgende dag namen we de boot.

Einde (door Jeska)

Van vaarwel krijg ik steevast koude rillingen. Dus nu ook.
Canna was heerlijk. Een warme en fijne plek waar iedereen wezenlijk met zijn hart aanwezig was. Zodra ik een voet op het eiland zette was ik thuis. Ik heb op dit fijne eiland creatieve inspiratie gevonden, vrienden gevonden en een nieuw stukje van mezelf gevonden. Heel veel dank aan iedereen die dit mogelijk maakte.
In een speciaal glazen flesje neem ik wat Canna-zand mee ter aandenken en ik zal het voor eeuwig koesteren. Terwijl ik wegvaar, klinkt er een liedje in mijn hoofd:
‘We'll meet again, don't know where, don't know when
But I know we'll meet again, some sunny day’

Vaarwel,

Jeska

Einde (door Kees)

Ik verliet mijn eiland, - het verliet míj niet.
Tegenop de hoge, scherpe, donkere klippen van weten, ervaring en statistiek, schuim ik alle – ja, álle Canna-(gast)schrijvers en commenters een jaar zonder angst, kleingeestigheid, lelijks, pijn, teleurstelling, verdriet, wanhoop, ziekte, zorg en dood, en wens ik hen bewondering, geluk, genot, gezondheid, gróót(s) denken, inzicht, moed, ontroering, rijkdom, schoonheid, succes, tevredenheid en, op z’n minst, één wonder.
Ik mis ons nu al.
Jij verlaat dit eiland, - het verlaat jou niet.

Einde (door Bibi)

Ik heb een gewoonte:
fiets ik ’s avonds door de stad dan kijk ik vaak omhoog en bestudeer de verlichte ramen. Achter al die ramen wil ik wonen.
Zit ik in de trein naar de grens en snijden we dwars door de heide heen, dan kijk ik uit naar een passend hutje.
Rijd ik door een stilstaand dorp, drie keer raden. Daar wil ik wonen.
Ben ik op bezoek in een vreemd land, tuurlijk, ik fantaseer me in een tuin, zie me naast een stal, verheug me op een houten tafel in een keuken naast een houtkachel met een boek, met een pen, een schrift.
Mijn hals raakt uitgerekt bij het kijken naar de overkant.
Maar loop ik door mijn eigen straat dan voel ik niets. Geen verlangen, geen houvast, geen graagte. Gelukkig was er Canna, een mozaïek in zee waar ik graag kwam.

Maar ik moet terug. Terug naar mijn eigen straat, mijn eigen verlichte ramen, mijn eigen tafel -godzijdank van hout, terug op mijn eigen stoel.
Gisteren kocht ik in een deel van de stad, waar ik voor de verandering nu eens niet zou willen wonen, in een boekwinkel 1755 pagina’s aan studiemateriaal. In de kast staan ook nog zo’n 854 ongelezen bladzijden te wachten die me op weg moeten helpen bij het volgende boek.

Vannacht droomde ik van een kale vogel die zich langs de regenpijp liet zakken. Hij wurmde zijn enorme snavel tussen de balkondeuren, hipte op het voeteneind van mijn bed en begon als een gek op mijn donzen kussen in te hakken. Ik hield mijn handen voor mijn ogen terwijl hij doorhakte en de sloop aan stukken scheurde. Hij kraste oorverdovend terwijl hij bezig was. Daarna begon hij aan mijn dekbed. Binnen een paar tellen sneeuwde het veren om ons heen. Het was mooi zoals ze daar zweefden in het licht van de straatlantaarn. Ik hield mijn handen niet langer voor mijn ogen. Even keken de vogel en ik elkaar aan, daarna verdween hij weer, niet meer kaal maar wit geworden, en met trage vleugelslag. Ik overzag mijn aangevallen bed. Ik denk dat ik toen weer ben gaan slapen, want verder herinner ik me niks. Ik ben gaan slapen in een leeggehaald bed, terwijl ik al sliep onder een onaangeroerd dek.

Maar nu ben ik wakker en ik zeg tot ziens. En ik zeg dank jullie wel voor de warmte, voor de woorden, voor het gezelschap, voor de ramen waarachter ik samen met jullie toefde.
Haaa, luisteraars, Cannalieten, rest ons nog één vraag:

Wat doen we met de veerman?

Einde (door Ludo)

Beste Cannaluisteraars,

als jongetje droomde ik van verre reizen. Natuurlijk wilde ik later naar Amerika. Maar ook naar China, naar Australië en naar Wladiwostok. Pas als dertiger hoorde ik van het bestaan van Canna en ik wilde erheen. Van het oorspronkelijke plan om naar Canna te gaan als nieuwe, permanente bewoners kwam gelukkig niet veel terecht. In de discussie die we daarover voerden, op een eerder weblog, riekte het iets teveel naar neokolonialisme. Laten we eerlijk zijn; de oorspronkelijke bewoners opzadelen met een Koningin, een PA van de koningin, twee hofdichters, een vuurtorenwachter, een kok, een tattoospecialist en een loodgieter, is niet écht dat waar de 'echte' Cannaërs op zitten te wachten.

Het werd dus een excursie van een aantal maanden. Een excursie met een, voor mij, interessant gezelschap. We schreven naar Nederland over poëzie, over muziek, over onrecht, over vroeger en over pracht. Pracht die niet in een onderwerp valt uit te drukken. De mooiste stukken op Canna hadden amper reacties, omdat je niet wist wat je in vredesnaam nog aan zo'n juweel zou willen toevoegen.
Ik ben dankbaar dat ik deze reis mocht meemaken.

Wat nu? Ik zou willen zeggen dat er een gapend gat in mijn tijdsbesteding gaat ontstaan, maar dat is helaas niet zo.Sommige vriendschappen blijven na een lange reis. De vriendschap van mevrouw Abbink en mijzelf met B. en G. ontstond tijdens een vakantie in China en duurt tot op de dag van vandaag. Alleen al, omdat we ooit met z'n vieren drie etmalen met elkaar doorbrachten in een hut op een boot over de Yangtze. En we om 5.30 uur de beroemde 3-klovendam zagen.

Ik wens dat ik mijn medebloggers kan blijven volgen. Van sommigen ben ik daar wel zeker van. Afscheid nemen doe ik niet, we komen elkaar immers altijd weer tegen. Dag!

Ludo

Einde (door Frank)

Tja.
Zit ik dan.

Mijn hutkoffer is al ingepakt. Al mijn spulletjes, waar ik de laatste maanden zo fijn tussen heb geleefd, zijn veranderd in een houten kist met een label. De muren zijn kaal en grauwig. In de zomer knalde de kleur er nog vanaf.
Alsof ik voor mijn huisje al weg ben en er dus geen reden meer is om gezellig te zijn.

Straks gaat de boot. Straks pak ik mijn jas en sjaal. Hijs ik mijn kist op mijn schouder en stel me even voor dat ik een beroemde reiziger ben uit een boek. Misschien een scheepsjongen van Bontekoe. Dan kijk ik een laatste keer om, voor ik het pad afloop naar de aanlegsteiger en het water. De eindeloze zee.

Ik had nog een recensie willen schrijven over de cd's die ik van I. kreeg tijdens haar bezoek aan het eiland. Nog willen vertellen over het gekke VAC-bordje verderop langs de weg. (Het betekent Varkens ActiviteitenCentrum. Ik stel me daar altijd een speeltuin bij voor, met blije biggen die van glijbanen af gaan. Maar toen ik beter keek stond er naast de tekst een tekening van gestileerde spermacelletjes, met staartjes. Toen werd het ineens een heel andere varkensspeeltuin.)

Ik had nog het uitzicht over zee willen beschrijven, vanaf de rotsen, als de maan helder is. De lucht die dan koud en zout langs je hoofd draait. Je hoort stemmen uit de golven op zulke nachten. En ik praatte dan terug.

Dat zo'n eiland na een paar maanden toch al een thuis kan zijn. Met een vertrouwde knerp in het tuinhek.

De radiosoap over alle bewoners hier en het grote Canna-lentefestival gaan voorlopig even niet door. Ze liggen in een ideeëndoos die ik straks bij het derde witte paaltje ga begraven. Als u er nog iets in wil stoppen, het kan nog.
We graven hem weer op als we ooit aan een sequel beginnen. Een 'return to Canna'.

Vooruit dan maar. Het is tijd. Ik ga een stem uit zee volgen.

Jas aan. Sjaal om. Nog één keer checken of het slotje goed op mijn kist zit. Hier sta ik, Peter Hajo, op weg naar onbekende bestemming. De knerp in het tuinhek. Ik ga het hier missen.

Maar ze roept me.
Ze roept.

Einde (door Edward)

Lieve allemaal,

sommige eilanden kalven af omdat ze van guano zijn gemaakt - guano is vogelmest.
Dat is niet het geval bij Canna. Toch gaan we verhuizen met z'n allen. Dit is de laatste Canna-dag, we bloggen voortaan niet meer.
Waarom?
Nou ja, van allerlei, maar vooral omdat we eigenlijk slechts een paar maanden zouden logeren op Canna, en toen werd het een half jaar en zo is het.
Dit weblog blijft wel online staan, maar we zetten onze schrijfwerkzaamheden ergens anders voort. Vandaag van iedereen nog een laatste stukje, en dan hopen we jullie allemaal weer tegen te komen, hetzij als lezer, hetzij als vlees, been en bloed.

Dank jullie wel voor jullie meelezen, voor de reacties, en wat mezelf betreft:
heeeel heeeeeeeeeel heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel dank en hartelijks voor Alexander, Bibi, Ludo, Frank, Kees en Jeska. Jullie zijn geweldig.

En natuurlijk voor iedereen een fantastisch 2008!!!

zondag 30 december 2007

Canna hartje lijstjes X (boeken, door Alexander)

Ja, ik las wel het een en ander dit jaar. Waaronder veel klassiekers, van een paar jaar oud, een paar decennia, een eeuw of wat. En het was goed te merken dat dát klassiekers waren.
Dit is daarom een beetje een raar lijstje, ik gooide maar alles door elkaar.
En ik las ook niet alles. (Eggers nog steeds niet bijvoorbeeld, sorry, hij wacht en dringt zich dezer dagen weer sterk aan me op.)

De boeken die mijn aarde even verschoven in 2007:

5. Ian McEwan - Ziek van liefde
Ik was verliefd en raakte stilletjesaan een klein beetje geobsedeerd door het meisje in kwestie. Op een zeer onschuldige manier wel, ik ging alle boeken lezen die zij noemde, ik ging haar muziek luisteren. Ik vond het redelijk onschuldig, maar toen ik Ziek van liefde las - een griezelig boek over stalking, een boek dat onder je huid kruipt en een filter voor het zonlicht zet - werd ik een beetje bang van mezelf. Het werd nooit wat met dat meisje.

4. Bibi Dumon Tak - Rotjongens
Hoe schrijf je een voorbeeldig politiek bewogen boek? Er schort veel aan het systeem van jeugddetentie in Nederland en dat Bibi dat wel vindt maar nergens met zoveel woorden opschrijft is een teken van grote klasse. Ze laat het zien. Horen. Uit de monden van de directst betrokkenen, de jongeren uit de gevangenissen. Je kunt dit boek niet anders dan verontrust en wakkergeschud dichtslaan.

3. Louis Couperus - Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan...
Er is een geheim, dat het verleden en heden van een heel Haags adellijk geslacht, twee hele geslachten, beheerst. Wie 'literatuur' ziet als moeilijk en saai en daarom de slecht geschreven hedendaagse 'literaire thrillers' leest, moet dit boek lezen. Ze zullen nog eens iets beleven. Couperus schreef een échte literaire thriller.


2. Gabriel García Márquez - Liefde in tijden van cholera
Vroegzomerse dagen waren het, waarop ik op de fiets naar het Vondelpark ging, na de ochtendcolleges, met in mijn tas aardbeien en dit boek. Ik lag in het gras en las. Ik kwam pas bij schemering weer thuis, een paar heerlijke weken lang, ik zoog elk woord op, traag proevend en genietend, en ik was steeds weer ontgoocheld. 2008 wordt voor 'Honderd jaar eenzaamheid'.

1. J.K. Rowling - Harry Potter en de Relieken van de Dood
Uit mijn Guatemala-dagboek, 23 juli: ‘Vervelend is dat een stel brallerig-kak pratende Britten ook op ons terras zit - vervelend eraan is dat ze in het bezit zijn van de nieuwe Harry Potter. Het boek ligt op de grond en al een halfuur zijn ze stom aan het kletsen. Gij zult niet stelen. Evenmin zult gij vragen of gij hem voor een bespottelijk bedrag mag kopen. Gij zult uw twee resterende weken in Guatemala niet laten verpesten door de verleiding van een Potter in uw rugzak, terwijl u ook Guatemala kunt bekijken en die Potter niet wegloopt. Dat zijn de drie geboden voor de komende tijd.’ Uiteindelijk, begin augustus, werden de verwachtingen geheel waargemaakt, en zevenmaal over de kop overtroffen.

Canna hartje lijstjes IX: boeken (door Edward)

Op 10: Veldslag - Asis Aynan
Columns en korte schetsen van het opgroeien in een Marokkaans-Nederlands gezin. Opgewekte, liefdevolle schetsen van de jonge Asis Aynan.







OP 9: Rotjongens, het leven in de jeugdgevangenis - Bibi Dumon Tak
Wie anders kan zich zó in jongeren inleven? Een schokkend en belangrijk verslag.







Op 8: De schlemiel van Suomussalmi - Roy Jacobsen
Na Per Petterson alweer een belangrijke Noorse, literaire auteur. Een prachtig verhaal over de volharding van één man in de oorlog tussen Finland en Rusland.





OP 7: Aan de voet van de gletsjer - Halldór Laxness
De Nobelprijswinnaar, hier in een gestoord, halfmagisch verhaal over een jonge priester die naar een afgelegen dorpje moet om daar de geestelijke diensten te controleren.





OP 6: Vallende man - Don DeLillo
Een huiveringwekkend boek over een man en een vrouw die, los van elkaar, de aanslagen op de Twin Towers overleven. Met beelden van binnenuit en een onvoorspelbaar romanverloop.






OP 5: Een lange winter - Cólm Toíbinn
Met ingehouden adem gelezen, deze novelle. Over een jongen en zijn vader die achterblijven in hun winters huisje, terwijl de moeder is weggelopen, en waarschijnlijk omgekomen. Een verhaal met een fantastisch ingehouden geschreven einde.




OP 4: Gekortwiekt - Bohumil Hrabal
Leve de nieuwe uitgeverij Bright Lights! Wat een ongelooflijk mooie novelle, van een schrijver die ik natuurlijk allang had moeten kennen. Ik ben zo blij, zo blij dat ik dit montere, magistrale boek heb gelezen!






OP 3: De weg - Cormac McCarthy
Al zijn boeken gelezen, en deze is, naast, zoals altijd, rauw en desolaat, toch ook troostrijk. Een schrijver die heel snel de Nobelprijs zou moeten krijgen.






OP 2: Harry Potter en de relieken van de dood - J.K. Rowling
Er zijn geen woorden voor de prestatie van J.K. Rowling. Dit is niet zomaar een mooi boek dat ik las, het was een gebeurtenis, waar ik nog steeds met allerlei mensen over van gedachten wil wisselen. Bovendien heeft Rowling de jeugdliteratuur voorgoed veranderd. Groot, groot respect - hoe kan iemand dit?



OP 1: Wat is de wat - Dave Eggers
Onbetwistbaar. Bij dit boek heb ik veel gelachen en veel gehuild en heel veel gedacht. Zulke boeken komen maar eens in de paar jaar langs. Dave Eggers trok vijf jaar lang met Valentino Achak Deng op, een van de Sudanese 'Lost Boys' die voor de burgeroorlog in hun land moesten vluchten - als jongetje. Het boek is het verslag van die vlucht, van zijn opgroeien en van zijn nieuwe leven in de USA, maar het boek is niet zomaar een journalistiek project, het is óók een perfecte roman. Iedereen zou dit boek moeten lezen, en wat een bewondering heb ik voor gouden mensen als Valentino, én Dave Eggers. Nummer 1, ja, onbetwistbaar nummer 1.

Canna hartje lijstjes VIII: muziek (door Edward)

Wat een geweldig muziekjaar was dit! Ik had ook Beirut, Patrick Watson, Ferraby Lionheart, Kate Nash, Karen Dalton, de Arctic Monkeys, Ane Brun (live met strijkkwartet), Nick en Simon en Benjamin Biolay willen noemen!

OP 15: Hamel - Wouter Hamel
Dit was het jaar van Wouter Hamel. Zijn eigen cd, met eigen teksten en eigen composities en een geïnspireerde productie van Benny Sings!





OP 14: Tussen licht en lucht - Typhoon
Naast de cd met het mooiste artwork van het jaar is dit een zeer integere cd waar je veel en vaak naar kunt luisteren en waarop je diep in het denkende leven van MC Tyhphoon toegelaten wordt.



OP 13: Shotter's nation - Babyshambles
Frisse popliedjes en heerlijke songs zoals Delivery en There she goes. Ik heb deze cd wel vijf keer in de winkel beluisterd voor ik besloot 'm te kopen. Elke keer wilde ik terug!




OP 12: Life in cartoon motion - Mika
Ja, de opmars van de song Grace Kelly is nog maar een jaar geleden, en toch nu al een klassieker. Van Mika krijg je collectief goede zin.




OP 11: Easy tiger - Ryan Adams
Er wordt beweerd dat dit weer eens een 'goede' Ryan Adams is. Maar ik vind op al zijn cd's altijd wel ingeleefde, bijzondere songs. En dus ook weer op deze. Heel vaak beluisterd in het begin van het jaar.




OP 10: Hey Eugene - Pink Martini
Heel veel goedhumeur-muziek in mijn lijstje dit jaar, merk ik. Ook Pink Martini dus. Een verzameling liedjes is bij Pink Martini ook een verzameling stijlen. Van het pesterige liedje Hey Eugene tot het prachtig schmierende Dozvedanja Mio Bambino.


OP 9: Waterloo, Tennessee - Uncle Earl
Deze damesgroep bedrijft pure bluegrass met een beetje gekte erbij. Zo duikt er opeens een liedje in het Japans op, of een gestampt rondedansje. Of een intens droevig lied. Leuk zijn ook de liner notes op de cd (waarom doen niet meer artiesten dat - uitleg geven over wanneer ze wát schreven?).


OP 8: Pomme C - Calogéro
Deze Franse superster maakte weer een opzwepende popcd met grootse melodieën. Bij zijn liedjes moet je, net als bij sommig werk van Borsato, met je armen zwaaiend gaan meedirigeren, of je nu wilt of niet. Een van de mannen uit Calo's begeleidingsgroep, Stanislas, maakte dit jaar een even goede debuutcd: L'équilibre instabile.


OP 7: Icky Thump - the White Stripes
Ik kende de White Stripes voor deze cd nog niet goed, maar het fenomenale liedje Icky Thump en vooral ook You don't know what love is (you just do what you're told) overtuigden me volledig. Heb ook hun oude werk gekocht.



OP 6: Heim te mor - Odd Nordstoga
De Noor Odd Nordstoga bracht ik mee van mijn Oslo-reis. Nou ja, zijn cd dan. Heerlijk vrolijke rootsmuziek, geweldig scherp opgenomen en met leuke teksten. Heldere Norway-country, met als grote favorieten het titelnummer en het liedje over de verliefdheid op de juf: Froeken Frantzen.


OP 5: Pagny chante Brel - Florent Pagny
Er zijn al zoveel mensen die de chansons van Jacques Brel hebben gezongen. Je zou niet verwachten dat het nog eens zó goed gedaan kon worden. Dat ligt vooral aan de uitstekende arrangementen, met groot orkest, of juist klein. En een heel helder, prachtig akoestisch geluid.



OP 4: Life is short - Lucky Fonz III
De jonge Amsterdammer Lucky Fonz maakt origenele roots-folk-achtige liedjes, en de teksten zijn werkelijk briljant. Voeg daarbij een prachtige orkestratie en je hebt een muzikaal wonder.



OP 3: Blaos mich 't landj door - Gé Reinders
Gé Reinders heeft zijn meesterstuk afgeleverd. Op deze cd, met medewerking van blaasorkesten uit het hele land, staat geen enkel minder liedje. Het gaat van huppelend tot boos tot melancholiek: hier lukt alles.



OP 2: Versatile heart - Linda Thompson
Samen met haar zoon Teddy schreef Linda een pure, magnifieke verzameling liedjes - of ze zocht bijzondere anderen aan, zoals Tom Waits en jawel, Rufus Wainwright (voor Beauty, het lied van het jaar). Haar prachtige stem doet de rest. Een klassieker. Ook kopen en luisteren: Upfront & down low van haar zoon Teddy Thompson.


OP 1: Release the stars EN Rufus does Judy at Carnegie Hall - Rufus Wainwright
Hors categorie, uiteraard - Rufus. Het concert in de Heineken Music Hall was van eerste noot tot laatste zwaai perfect. Zijn stem hypnotiseert. Hij schreef een eeuwig lied als Going to a town, en de dubbelcd waarop hij Judy Garlands concert integraal overdoet is subliem. Rufus is zonder twijfel de koning van dit jaar.

Canna hartje lijstjes VII (muziek, door Alexander)

10. MIKA - Life in Cartoon Motion
Vanwege Mika’s stem niet zozeer, met zijn knijperige piepuithaaltjes, vanwege de teksten toch ook niet (‘Big girl, you are beautiful’ me hoela). Vanwege de combinatie van alles wél: de ijzersterke, onverbiddelijke, vrolijke feestelijkheid, de enige echte kwaliteitssuikerspin van het jaar. (Luister.)

9. FIXKES – Fixkes
Vanwege de ontwapenende liedjes over het verlegen leven van een gevoelige jongen van het Vlaamse platteland. Vanwege hun regelmatig onverstaanbare maar evenzovaak verrassend schitterende en grappige taaltje, unieke taal die je nooit eerder hoorde. (‘Nen eenhoorn is ook moar nen cornetto mè nen ego.’)(Luister.)

8. ARCTIC MONKEYS – Favourite Worst Nightmare
Vanwege de energiestorm, die in hun raggende gitaren en drieste drum zit en in hun overeenbuitelende losgeslagen-woordenkudde. Vanwege de bewonderenswaardige artistieke groei van, duidelijk, meerdagsvliegen. Vanwege de overrompeling die je even was vergeten, maar die elke luisterbeurt toch weer over je heen spoelt. (Luister.)

7. PATRICK WATSON – Close to Paradise
Vanwege de dromerige tinkeltjes, de futuristische bliepjes, de bezwerende of engelachtige piano, de banjo, de hemelse strijkers, maar ook de vastklampende zang. Vanwege dat dit is hoe Coldplay idealiter zou klinken. Vanwege dat Patrick Watson onderweg lijkt te zijn naar de hemel en zich ineens afvraagt of het daar wel zo lieflijk is. (Luister.)

6. MARLANGO – The Electrical Morning
Vanwege de weidse jazz, ik bedoel: veel instrumenten, trompetten, gitaren, op wonderlijke wijze allemaal kraakzuiver te horen. Vanwege de sluimerende, rondwalsende stem van Leonor Watling. Vanwege het unieke geluid, dat nu écht volwassen genoeg is om ook buiten moederland Spanje door te breken. (Luister.)

5. KATE NASH – Made of Bricks
Vanwege ‘Foundations’ en alle andere aanstekelijke liedjes, samen de kronieken van een stuntelig hedendaags pubermeisjesleven, in poëtisch-onbeholpen stotterspreektaal. Vanwege de persoonlijkheid van de piepjonge Kate, die nu al in elke vezel van haar muziek zit. Vanwege dat we more want. (Luister.)

4. AMY WINEHOUSE – Back to Black
Vanwege, vooral, de geweldigste stem van het jaar, een dijk is het, de stem van Amy Winehouse zou de zee doen splijten. Vanwege de rauwe doorleefdheid van deze bloedmooie soul, een blijver, ook als Amy, hopelijk niet te snel, aan haar rock-‘n’-rollbestaan bezwijkt. (Luister!! Niet van album, wel allermooist.)

3. RUFUS WAINWRIGHT – Release the Stars
Vanwege de weergaloze zwelgbaarheid, zwelgen kun je in deze muziek die eerst zwaar is als chocoladesaus, maar die steeds meer rijpt, die steeds rijker klinkt, een stemgeluid dat steeds verslavender wordt, bombast die steeds gelaagder blijkt en verfijnder, melodrama dat steeds authentieker wordt, Rufus die steeds meer bewondering verdient. (Luister.)

2. BEIRUT – The Flying Cup Club
Vanwege de sublieme smeltkroes die deze muziek is: Amerikaan ging naar Frankrijk en verder, kwam in aanraking met weemoedige Balkan-zigeunermuziek en gebruikte zijn muzikale talent om zijn nieuwe liefdes om te zetten tot onvergetelijke muziek in sepia, enig in zijn soort, weemoedig, warm. (Luister en kijk!!)

1. FEIST – The Reminder
Volstrekt vanzelfsprekend. Liefde is het, tussen mij en Feist - een frêle verschijning met Sneeuwwitjegezicht en een kraakheldere stem, maar nee, niet kraakhelder als een pasgeboende vloer, het is groezeliger. Al haar muziek is spannend, of vrolijk, of allebei. Schalde vaak door mijn kamer, caravannetje, weer kamer, hoofd, gemoed.

Canna hartje lijstjes VI (poezie / proza, door Kees)

Wat ’t zegt, zegt ‘t. Van de enkele tientallen poëziebundels en –bloemlezingen die ik in 2007 las, - maar waarvan de meeste níet dit jaar verschenen, - vind ik navolgende de beste, interessantste, meest inspirerende, knapste, (her)lezenswaardigste, mooiste, meest tot nadenken stemmende en rijkste. Van de volgende vijf uitgaven genoot ik kortom het meest.



5. ‘Gedichten eten’, Mark Strand; De Arbeiderspers, 2006; vert. Esther Jansma en Wiljan van de Akker; tweetalige uitgave



4. ‘De Nederlandse Kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten’, Gerrit Komrij (samenst.); Prometheus, 2007



3. ‘Een tijd in Xanadu’, Lars Gustafsson; Hoogland & Van Klaveren, 2007; vert. J. Bernlef



2. ‘District and Circle’, Seamus Heaney; Faber & Faber, 2006



1. ‘New Collected Poems’, Les Murray; Duffy & Snellgrove / Carcanet, 2003



Vanwege onder meer verhuizen, verbouwen en natúúrlijk bloggen, las ik dit jaar minder literair proza dan gebruikelijk, maar uit wát ik las, valt, merk ik, een mooi boeketje te schikken. Ik genoot, zij het níet om steeds dezelfde redenen, van onder toch vrij veel meer
‘Breaktime’ (1978) en ‘Dance on my grave’ (1982) / Aidan Chambers,
‘Dagboek 1972’ (2007) en ‘Dagboek 1976’ (2007) / Jan Wolkers,
‘Datumloze dagen’ (2007) / Jeroen Brouwers,
‘Foto’ (2007) /Jan Wolkers/Steye Raviez/Coen Verbraak,
‘Onafhankelijke mensen’ (1935) / Halldór Laxness,
‘Rotjongens’ (2007) / Bibi Dumon Tak,
‘Rules for old men waiting’ (2006) / Peter Pouncey,
‘Thirteen moons’ (2006) / Charles Frazier,
‘Een vete’ (1982) / Heere Heeresma,
‘Waar kunnen we hier een standbeeld krijgen’ (2007) en ‘Vanwege de liefde’ (2007) / Edward van de Vendel,
‘What is the what’ (2007) / Dave Eggers en
‘Het woeden der gehele wereld’ (1993) / Maarten ’t Hart,
maar mijn Top 5 2007 luidt:



5. De gedenatureerde Delta, H.H. ter Balkt, De Bezige Bij, 2007



4. In the blood, Andrew Motion, Faber & Faber, 2007



3. Paarden stelen, Per Petterson, De Geus, 2006, vert. Marianne Molenaar



2. The Road, Cormac McCarthy, Alfred A. Knopf, 2006



1. Harry Potter and the Deathly Hallows, J.K. Rowling, Bloomsbury, 2007


Ter Balkt, Motion, Petterson en McCarthy schrijven beduidend beter dan Rowling, maar in tegenstelling tot haar stilistische kwaliteiten, zijn Rowlings verbeeldingskracht en compositorisch vernuft vrijwel zonder weerga. J.K. Rowling schiep een zeven dikke delen tellend meesterwerk, een literair monument, dat vele miljoenen kinderen en volwassenen verenigde in kennis, liefde, spanning, verdriet en plezier. Daarom, als eerbetoon (waar ze vast héél blij mee is), J.K. Rowling op 1.