zaterdag 14 juli 2007

Bedelen 2 (door Edward)

In een vorig blogbestaan berichtte ik al eens over mijn geworstel met bedelaars. Niet letterlijk (ik heb met niemand meer gevochten sinds Bertie B. in de zesde klas) - maar ethisch: moet je wat geven? Aan wie dan? Waarom?

Mij werd toen oa aangeraden om het per bedelgeval apart te bekijken, om niet stelselmatig ja of nee te zeggen, om mijn hart te laten spreken.

Ik wil jullie hierbij op de hoogte brengen van mijn vorderingen.
Matig zijn ze.
Want ik vind het nog steeds een van de moeilijkste dagelijkse dilemma's.

Dagelijks, ja. Vooral in Parijs, waar ik vaak verblijf.
Het punt is dat ik elke keer weer gedwongen word in de rol van scherprechter - zo voel ik dat althans. Ik moet keer op keer bepalen of de voor mij verschijnende bedelaar zielig genoeg is om geld aan te geven.
Goed, heb ik gedacht: dat moet dan misschien maar.
Daar moet ik niet piepzeurderig over doen: wie rijk is moet oordelen.

Ik ben dus beter gaan opletten. Waar ik vroeger uit schaamte en gemak sowieso NEE zei, word ik nu per bedelaar lichtelijk ongemakkelijk en groeit er een Judge Judy in mijn hoofd.
Met alle ellende van dien. Want: ik geef geloof ik meer aan heel jonge of heel oude bedelaars. Maar al die anderen dan? Als ik dus zelf een bedelaar was zou ik nooit wat krijgen!
Ik geef geloof ik ook meer aan vriendelijke bedelaars. Maar waarom zou een bedelaar vriendelijk moeten zijn? Ze hebben niet meteen de lolligste baantjes van de stad, wel?
Help!

Goed, om een en ander recht te judy-en in mijn hoofd, heb ik mijn donaties verhoogd. ALS ik nu iets geef, geef ik goed. Geen smeltende vijf eurocentmunten, maar minstens hardglimmende dubbeleuro's.

Het gaat me iets gemakkelijker af, dank u.
Een van mijn favoriete bedelaars is een jonge vrouw die onderaan de trappen van mijn metro-ingang zit. Soms heeft ze een kindje bij zich (heel erg is dat), soms niet.

Het voordeel van deze bedelares is: ik weet waar ze zit en ik kan dus anticiperen.
Want dat is mijn tweede grote probleem met het bedelen: ik schaam me kapot. Niet als ik niks geef, maar juist ALS IK IETS GEEF. Ik kan er niks aan doen, ik zie het mezelf doen, ik ben mijn eigen achtervolgingsfilmpje, ik denk dat alle mensen denken: och, die stakker, die geeft aan stakkers. Het is EEN ACTIE. Ik word zichtbaar, namelijk: als gever. En dat wil ik niet! Ik wil onzichtbaar zijn. Ik wil onbestaan! Ik draag mijn dagelijkse zelf als de geheime cape van Harry Potter!

Maar goed, ook dat gaat me dus IETS makkelijker af. En soms is het zo duidelijk dat ik iets moet geven dat alle bezwaren wegebben. Gisteren zat ik op een terrasje, en er kwam een kromgebogen oudere man om geld vragen. Hij had een lange grijze baard en pretoogjes. Hij liep rustig van tafeltje tot tafeltje en murmelde vriendelijk. Hij bleef niet lang hangen als iemand nee zei, maar het gekke was: niemand zei nee. Deze bedelaar had, laten we het zo maar noemen, de x-factor. Voor bedelaars dan. Toen ook ik hem wat gaf zegende hij me zachtjes. God zou de hele dag bij me zijn, en ook bij iedereen van wie ik hield.

Even tussendoor: hier in Parijs is eergisteren een dame opgepakt die al vijfentwintig jaar op straat leefde (ze bedelde niet). Maar ze werd van de straat gehaald omdat de politie haar veiligheid niet kon garanderen. Het bleek dat ze al die tijd zo'n 40.000 euro meedroeg.

Een vreselijk geval was de meneer in Oslo. Hij wankelde op zijn krukken. Hij was zwaar spastisch, spaakte naar ons toe, maar kwam niet uit zijn bedelvraag. Ik liep samen met iemand anders langs hem en we waren zo in gesprek dat we hem niet op tijd begrepen. Toen we hem voorbij waren kukelde hij om. Waarschijnlijk had zijn uitgestoken hand hem uit balans gebracht.
Toen we een paar stappen verder waren hadden we pas door wat er gebeurd was. Te laat. Er waren al andere mensen bij hem, en dus zagen wij nog veertien straten rood.

Tenslotte. Al mijn bedelproblemen komen samen in de lange gang naar metrolijn 14. Dat is de modernste metrolijn in Parijs, en die gang ernaartoe is dus ook hyper: felverlicht, breed en van marmer. Schoon aan alle kanten.
Niemand te zien, alleen reizigers. EN de jongedame. De bedelende jongedame.
Ze draagt een hoofddoekje en ze knielt. Ze zit aan de zijkant en ze smeekt niet, ze zegt niks. Ze staart omlaag, naar de open hand die op haar knieen ligt.
Ze wil ook onzichtbaar zijn, ongetwijfeld, maar juist daardoor valt ze meer op dan welke bedelaar dan ook.
Ze doet van alles fout. Ze kijkt niet naar ons, ze is op een stuk gaan zitten waar iedereen snelwandelt, en vooral: waar je alleen maar ZEER ZICHTBAAR iets kunt geven. Wil je haar iets geven dan moet je bukken en buigen en mikken en in het licht van zevenenveertig dubbele oog-koplampen een soort knielgebaar naar haar hand toe maken.
Volgens mij geeft niemand haar iets.
Maar toch is ze onontkoombaar. Elke keer als ik erlangs loop denk ik: waarom is ze zo stom om daar steeds weer te gaan zitten? En waarom pakt ze het niet anders aan? En ook: wat zijn wij horken met zn allen!
En voordat ik de lange marmeren gang uit gelopen ben denk ik: hoezo anders aanpakken? Is er een handboek voor bedelaars? Ik wil merde merde Henkjan Smits niet zijn!

En dus deed ik het laatst opeens gewoon. Ik ging mijn grootste bedelgeeftest aan. Ik had een vette tweeeuromunt in mijn zak, ik pakte hem onopvallend, ik klemde hem al aan het begin van de marmeren gang in mijn linkervuist, ik zweette aan alle kanten en mijn bloed bonsde, maar ik liep dicht langs de knielende moslima, deze madonna van onze dagen, en ik gaf.
Ik gaf.
Maar het werd genanter dan ooit.
Ze schrok van de munt.
Omdat ie kinkelde.
Wegrolde.
Zodat ze overeind moest komen en erachteraan kruipen.
Zij was Eeuwig Zichtbaar, ik was Eeuwig Zichtbaar.
Want ik gooide naast.

22 opmerkingen:

Jelmer zei

Ai, wat herkenbaar Edward.

Een mooie, schrijnende gedachte, dat geen van jullie beiden eigenlijk zichtbaar wil zijn, en toch moet je wel. Nogmaals: herkenbaar. Als het op de een of andere manier geruisloos en uit het zicht kon, had ik veel, veel vaker iets gegeven. Maar ik verschuil me ook het liefst achter/onder die capuchon, blijf onzichtbaar, onopgemerkt.

En tegelijkertijd is dat weer helemaal geen excuus. Want horken blijven we. :-|

Jan Paul zei

Oewww. Vreselijk.

De conclusie blijft: er is geen manier om het goed te doen terwijl er tientallen manieren zijn om het verkeerd te doen.

Overigens is er een kans dat ze expres op de verkeerde plek bedelt. Soms heeft dat meer effect. Mijn oude wiskundeleraar liftte in zijn studententijd overal naartoe, maar altijd met de verkeerde stad op zijn bordje. Mensen stopten dan om te zeggen dat hij aan de verkeerde (kant van de) weg stond. ´Oh´ zei hij dan, ´ik had mijn bord verkeerd om.´ Op de achterkant stond wel de goede stad. ´Gaat u toevallig die kant op?´ Naar eigen zeggen stond hij nooit langer dan tien minuten langs de weg.

Anoniem zei

Poeh, heel herkenbaar dit.

Het is wel zo dat als je iemand regelmatig tegen komt je toch een soort ‘hallo-hoe-gaat-het-relatie’ opbouwt.
Zoals met de verkopers van de daklozenkrant die ik voorheen regelmatig tegen kwam.
Ik heb respect voor deze mensen.
Nu nog herinner ik me een oudere vrouw (leeftijd erg moeilijk in te schatten. Ze miste namelijk veel tanden. Wat iemand meteen veel ouder kan maken) iedere dag zei ik gedag of gaf ik iets. Op een dag kwam ze naar me toe. Ze begon tegen me te fluisteren, ik kon niet alles verstaan maar ze wenste me ook geluk toe.
De dag daarna was ze weg. De dag die daarop volgde ook, de dagen werden weken en maanden. Ik heb haar nooit meer gezien.
Maar ik herinner haar nog als de dag van gisteren.

Anoniem zei

Ach Edward, doe niet zo moeilijk en GEEF gewoon. Zeg alsjeblieft, wens degene een goed dag, knik even en loop door. Klaar is het, zo simpel. En doe het gewoon met het kleingeld dat in je broek/jaszak zit. Alle muntjes van de AH verdwijnen in de eerste de beste bedelaarshand. Zonder daklozenkrant, want die lees ik toch niet. Het principe is simpel: als ik het heb, mag je het hebben

Anoniem zei

Anoniem, zet je je naam er voortaan even bij?

Anoniem zei

@anoniem: ach Anoniem, doe niet zo moeilijk en zet gewoon je naam eronder. Zeg alsjeblieft wat je te zeggen hebt, wens degene een goede dag en vertrek naar een ander blog. Klaar is het, simpel. Het principe is eenvoudig: wanneer je stoere woorden schrijft, wees dan geen lafaard zonder naam.

@Edward: ik denk dat iedereen weet wat je voelt (naamlozen tellen wat mij betreft niet mee). Je zegt dat wanneer je van te voren weet dat er iemand ergens bedelt, je dan beter bent voorbereid. Misschien helpt het een piepklein beetje om te beseffen dat bedelaars de hele dag al zijn voorbereid. Week na week weten ze wat er gaat gebeuren. Jij wordt overvallen en daarom voelt het zo verschrikkelijk. Maar zou het je werk zijn bedelaars te woord te staan dan zou je al rap vorderingen maken.
Maar toch, mensen als jij, die dieper nadenken dan het kleingeld dat toevallig wel of niet in hun broekzak zit, maken de wereld iets zachter.

Anoniem zei

Waarom zit er een knop anoniem op dit blog als mensen er geen gebruik van mogen maken? Wat doet het er toe wie iets zegt? Waarom worden mensen direct zo afgefikt als ze er voor kiezen niet hun naam te geven?

Dat vind ik nou irritant.

Anoniem zei

Nou Lilli, kijk, het zit zo.
Dat die knop daar zit, is niet Canna’s keuze, - als ’t aan Canna lag, zat-ie er niet, - maar dat weet jij net zo goed als ik dus is deze uitleg bijna zo overbodig als jouw vraag.
Ten tweede is Canna soms wat ouderwets. Zo vindt Canna het bijvoorbeeld heel normaal en góed
dat bijvoorbeeld kranten en tijdschriften in hun lezerspostrubrieken geen anonieme bijdragen opnemen. Je zou kunnen zeggen dat het geen moer uitmaakt of F. de Vries te Drachten zijn mening anoniem dan wel met naam en toenaam verkondigt – wij kennen hem/haar toch niet –, maar de keuze voor anonimiteit heeft altijd een reden en meestal een reden met een luchtje. Canna is gek op luchtjes, maar niet op zúlke luchtjes.
Ten derde is Canna van het Woord. Niet dat van God (al is Dat, mits door Hem ondertekend, óók welkom), maar het Vrije. Dat vindt Canna een groot goed, waar je echter verstandig mee moet omspringen. Schrijven zonder verantwoording te nemen voor wát je schrijft, wordt door Canna als onverstandig beschouwd.
Ten vierde mag Canna graag discussiëren, maar níet met anoniemen. Waarom zou – in dit geval – Edward in vredesnaam ingaan op de (op zichzelf legitieme) ‘reprimande’ van iemand die niet wenst te staan voor wat hij of zij schrijft? Elkaar tijdens een gesprek aankijken, is in onze contreien domweg fatsoenlijk, en wie dat niet wil, is laf of bang of beschaamd of heeft iets te verbergen. Canna praat niet tegen maskers of achterhoofden, en al helemaal niet tegen lucht.
Met verontschuldigingen aan mijn collega’s, in wier naam ik hier ongevraagd en dus toestemmingloos ook heb gesproken, hoop ik je vragen naar tevredenheid te hebben beantwoord.

Anoniem zei

"There but for the grace of God go I." Dat gaat vaak door me heen als ik bedelaars zie. Veel mensen betwisten dat - die vinden het per definitie je eigen schuld als je aan de bedelstraf raakt. Maar het leven heeft veel dwaalsporen en niet iedereen krijgt kansen mee en ja, vaak speelt een dosis geluk een even grote rol als pech en ellende ondergaan waar je geen greep op hebt. En ook is niet iedereen mentaal en emotioneel even goed uitgerust om zich in deze krankzinnige wereld te kunnen handhaven. En ik denk dan: niemand kiest er vrijwillig voor om bedelaar te worden.
Laten we het dus maar een beetje inkomstennivellering noemen. En misschien druk ik me ongelukkig uit, maar ik geef omdat ik het gevoel heb dat een bedelaar reden heeft om te denken, als hij/zij mij ziet: 'There but for the misfortune of life go I...'

Anoniem zei

@ Lilli: ik sluit me bij Kees' woorden aan. En ik heb daar nog iets aan toe te voegen. Waar ik me aan stoor is de toon van deze anoniem, Lilli. Als je onaardige woorden gebruikt zoals anoniem deed: 'Ach edward doe niet zo moeilijk en geef gewoon' dan moet je ook zeggen wie je bent. Een naam doet er wel degelijk toe, ook al ken je de persoon in kwestie niet. Het gaat erom dat die persoon misschien voor anderen wel herkenbaar is.
Ik heb niemand afgefikt Lilli. Ik heb Anoniems woorden gespiegeld zoals je kunt lezen. En waar bedelaarsdingen stonden heb ik er blogdingen voor in de plaats gezet. Dat dat onaardig klinkt klopt, zo zie je hoe onaardig die anoniem is. Zo zie je hoe hard woorden kunnen klinken.
En als je toch voor harde woorden kiest, zet dan je naam erbij, zodat je niet met een 'masker' correspondeert, zoals Kees zegt. Zou Anoniem zijn of haar woorden zorgvuldig gekozen hebben, dan was er minder reden voor mij om zo te reageren.
Stel dat jij Lilli (ik waardeer dat je je naam er wel bij zet) op die manier werd aangesproken over een onderwerp dat je erg dwars zit, maar waarover je toch wilt schrijven, dan zou je je ook niet prettig voelen. Kijk, misschien heb jij wel een bepaald probleem en je stelt dat aan de orde, je stelt je kwetsbaar op. En dan gaat iemand tegen jou zeggen: Ach Lilli, doe niet zo moeilijk over je poes die dood is, koop een nieuwe en klaar is Kees, zo simpel is het. (Ik zeg maar wat). Nou dat is knap k*t zal ik je zeggen. Daarom: van mij mag dat keuzeknopje anoniem weg. En als je het gebruikt omdat je toch iets zinvols te zeggen hebt, doe dat dan iets vriendelijker en verontschuldig je voor je naamloosheid.

Anoniem zei

Nou Kees, ik waardeer je uitleg ten zeerste. Ieder zijn mening is iets wat jij hoog in het vaandel lijkt te hebben. Je reactie komt wat denegrerend over maar dat kan natuurlijk aan mij liggen.

"Dat die knop daar zit, is niet Canna’s keuze, - als ’t aan Canna lag, zat-ie er niet, - maar dat weet jij net zo goed als ik dus is deze uitleg bijna zo overbodig als jouw vraag."

Nee dat wist ik niet. En ook betreur ik het dat je mijn vraag overbodig vindt.

"Ten tweede (...) luchtjes."

Parafraserend: Het is ouderwets om een blog-poster om zijn naam te vragen. En mensen zonder naam daar zit een luchtje aan die jou/jullie niet bevalt.

Heeft die bedelares waar Edward over schrijft een naam? Denk je dat ze het op prijs zou stellen als iedereen haar naam zou weten?

"Ten derde (...) beschouwd."

Ik denk dat wat je schrijft (met of zonder naam) effect heeft. Niet alleen op de lezers maar ook op de schrijver zelf. "Verantwoording nemen". Klinkt als: schuld bekennen.

En ten vierde: natuurlijk hoef je daar niet op in te gaan. Maar je hoeft ook niet af te fikken. Je weet niet wie er achter die 'anoniem' zit dus je fikt negatieve energie de leegte in. Bovendien had ik de post niet direct als een reprimende opgevat, maar nu ik hem nog eens lees zou dat i.d.d. de bedoeling kunnen zijn geweest.

"Laf, bang, beschaamd, of iets te verbergen". Interpretaties. Maar natuurlijk je goed recht.

Anyway, ik maak het veel te lang. Sorry. Ik zag dat je de moeite nam te antwoorden dus dacht ik dat je mijn reactie wellicht ook op prijs zou stellen. Ik neuzel teveel ;-)).

Anoniem zei

Bibi, jouw comment aan mij en mijn comment aan Kees hebben elkaar net gekruist.

Ik waardeer je uitleg enorm, begrijp beter waarom je reageerde zoals je deed.

Zoals ik aan Kees ookal schreef, ik had het niet direct als een reprimende opgevat. Meer als een schrijfstijl om een ander perspectief te poneren.
Als Edward er door gekwetst werd dan is dat natuurlijk vervelend. Jouw uitleg over 'herkenbaar wie er achter de anoniem zit' verklaart het, ik heb daar niet bij stil gestaan.

Waarom ik het irritant vond is precies die sfeer waar je over schrijft. Ik denk: hoe meer comments, hoe zwaarder de lucht waar Edward hem juist zo helder en teder had neergezet. Wat dat betreft ben ik het met Kees eens, dan maar liever niet reageren.

Nogmaals, dank voor je reactie.

Anoniem zei

Hee Lilli, inderdaad kruisten ze elkaar. Ja het ging mij louter om de sfeer. Ik heb nog eens nagedacht over dat anoniem gedoe. Slechts eenmaal heb ik overwogen anoniem te reageren. Dat ging om iets heel persoonlijks, iets zinvols (nou ja, dat dacht ik).
Ik wilde op een stuk (ook van Edward) reageren met een voorbeeld van mezelf, maar durfde niet omdat ik niet wilde dat de wereld te veel van mij zou weten. Maar het zou wel iets toevoegen vond ik. Dus overwoog ik anoniem te reageren. Ik heb het niet gedaan omdat ik het toch nog te confronterend vond. Maar wat mij betreft zou een anonieme reactie in dat geval wel kunnen.
En ten slotte: ik heb geen idee hoe de reactie van 'anoniem' op Edward overkwam, maar ik heb wel zo'n vermoeden. Dank ook voor jouw uitleg.

Anoniem zei

Dank aan iedereen voor de reacties - ik ga morgen nog uitgebreid reageren - ik had nog geen tijd. Excuus.

Anoniem zei

Lilli, vervelend dat mijn “uitleg” wat “denigrerend” op je ‘overkwam’. “Interpretaties” zullen we maar zeggen.
Het spijt me dat ik ten onrechte veronderstelde dat jij, als iedereen die diverse weblogs bezoekt, ervan op de hoogte was dat blogs als deze altíjd een ‘anoniemknop’ hebben. Vandaar dat ik je vraag ‘overbodig’ noemde. Excuus daarvoor.
Ik vind het daarentegen erg flauw en op het kwaadwillende af om te schrijven dat er aan “mensen zonder naam een luchtje zit dat [mij] niet bevalt” en die flauwekulbewering uit te breiden tot “die bedelares waar Edward over schrijft”. Dat slaat nergens op. Het gaat hier over het anoniem debiteren van meningen. Of die Parijse bedelares “het op prijs zou stellen als iedereen haar naam zou weten”, heeft daar nou werkelijk níets mee te maken.
"Verantwoording nemen" voor wat je zegt of schrijft hetzelfde als “schuld bekennen”? Nu begrijp ik je écht niet meer.
De anonimiteitkwestie speelt trouwens niet alleen op Canna. Er zijn Engelstalige weblogs en andere internetgemeenschappen waar je, wanneer je anoniem commentaar levert, niet, zoals hier, beleefd ‘anoniem’ wordt genoemd, maar ‘anonymous coward’, ‘anonymous hero’, ‘anonymous idiot’ of zelfs ‘random fuckbag’. In Spanje zijn onder meer ‘pendejo sin nombre’ (± naamloze klootzak), ‘pobrecito hablador’ (± zielig pratertje) en ‘boca de pez’ (vissenbek) in zwang.
Ik pleit er overigens níet voor dat Canna zich tot een dergelijk peil verlaagt. Hoewel, ‘vissenbekkie zei’….

Anoniem zei

Jongens. Meisjes. Ik ben er stil van. Ik beperk me maar tot steun aan Edward die met deze thread begon, want of iemand het nu wel of niet met hem eens is, en wie dat ook moge zijn, en hoe die persoon dat ook verwoordt, Edward heeft iets (voor veel van ons) heel herkenbaars dat wringt en wroet voelbaar en zichtbaar gemaakt.

Marc V. zei

Weet je wat ik zo lastig ervaar aan bedelaars? Ik kom er in mijn eigen omgeving nooit, maar dan ook nooit echt een tegen. Als ik dan eens in " de grote boze stad" kom, weet ik er absoluut geen raad mee! Ik weet totaal niet hoe ik me moet gedragen. Wel iets geven, niks geven? Geld geven of iets anders (en dan vooral geen meewaardige blik vol " zielepiet" of " eigen schuld"). En zo zijn er daar wel meer situaties waar ik niet mee om kan gaan. Zo ben ik ooit heldhaftig geweest door tussen twee vechtende vrouwen in te springen!! Heel dom, maar dan weet ik op dat moment gewoon niet wat ik wel of niet moet doen en doe ik soms helemaal het verkeerde. Edward, je rollend muntje was zo erg nog niet, omdat de bedoeling zo goed was. Je werd zichtbaar, als gever, als misschien wel een kleine held.

Anoniem zei

Edward?

Anoniem zei

Sorry Kees, en anderen, opeens was ik gisteravond ook weer niet thuis.

Maar hier dan een reactie: allereerst over dat anoniem reageren. Het is inderdaad zo dat het volgens mij niet uit te schakelen valt. Als ik dat weghaal dan kun je hier alleen nog maar reageren als je een google-account hebt en als je ingelogd bent. Dat zou te beperkt zijn, vind ik.
Maar ik vind anoniem reageren ook heel vervelend. Zoals Kees al zegt: wij zijn met z'n zevenen ook nogal zichtbaar, we bestaan allemaal echt, we gebruiken geen schuilnamen, enzovoort.
Bovendien: niemand hoeft te reageren, toch? Als het dan wel gebeurt, neem ik aan dat dat een doelgerichte actie is. Beetje zielig en 'niet zoals het hoort' (ja, er zijn blog-mores!) als dat anoniem gebeurt.
Gelukkig doet vrijwel niemand dat.
Maar vandaar dus mijn vraag aan de anoniemo om zijn of haar naam er voortaan bij te zetten en verder niet in te gaan op zijn of haar opmerkingen.

Trouwens: ik waardeer het zeer dat er zoveel discussie over zoiets ontstaat, en dat vind ik in de verste verte geen geneuzel of overbodig gescherpslijp.

Verder: ik wilde met mijn bedelstuk alleen aangeven wat mijn progressie is ten opzichte van vorige keer (november, naar ik meen).
Het stuk speelt zich dus af in Parijs. Daar zie ik op een dag (ik ben de hele dag in de stad) zeker 25 bedelaars, in allerlei vormen en maten.
Ik denk dat ik mijn houding jegens hen veranderd heb, opener ben geworden, ten opzichte van vorig jaar. Vooral door de reacties op dat vorige stuk.
En ik wilde ook aangeven dat je geen 'eenduidige' reactie kunt hebben op bedelaars, omdat de bedelaars zélf zo verschillend zijn. Dat is dus wat je ziet als je gaat opletten.
En ik wilde aangeven dat ik dus gedwongen ben om onderscheid te maken (het gaat niet om een enkele straatkrantverkoper aan wie ik de toevallige muntjes in mijn zak kan geven). Juist dat onderscheid maken, dat rechtertje spelen, vind ik lastig.
Maar het moet.
Ik wilde aangeven dat SOMS meespeelt hoe een bedelaar zijn 'vak' verstaat (ja, een vak, toch? Beetje overdreven gezegd, maar er zijn vele 'professionals' bij, en waarom zouden we dat niet als hun 'vak' erkennen?), en dat soms ook meespeelt hoe ik me zelf op dat moment voel, hoe zichtbaar ik durf te zijn.

Het blijft een scheef, schaatsbaanachtig gebied waar zowel bedelaars als gevenden zich op bevinden. Maar het raakt basaal-menselijke waarden, en daarom zo tobbend intrigerend.

Anoniem zei

Mooie woorden Edward.

Anoniem zei

helemaal eens, Edward

MichaM zei

Bedelaars mogen ook best werken voor hun geld.

Sinds een junk het op Amstel presteerde om te vragen of ik niet wat meer voor hem had dan de euro die ik hem gaf, dacht ik: Rot lekker even allemaal op.

Maar toen ik vorig jaar in Boston de weg naar het station niet kon vinden en een vriendelijke neger vroeg of ik iets voor hem had, was ik best bereid om hem iets te geven in ruil voor de informatie die ik nodig had. Ik kreeg niet alleen informatie, hij leverde me netjes af in de centrale hal en onderhield me tijdens de wandeling met een verhaal over zijn toekomstdromen en de onmogelijkheid die te realiseren, want om taxichauffeur te worden en geld te verdienen had hij een licentie nodig, en een licentie kostte geld. Dat hij niet had.

Hopelijk hebben mijn tien dollar hem een stukje verder geholpen.