dinsdag 31 juli 2007

Mijn auto deel 2 (door Bibi)

De Mazda 323 waarin ik mijn rijbewijs haalde.

In deel twee van deze zomerserie Mijn auto vertel ik hoe het allemaal begon. Het begon namelijk vroeg. Ik heb het dan niet over de racebaan waarmee ik speelde, maar over het echte werk, het chauffeurswerk. Ik was twaalf toen mijn vader het tijd vond dat ik plaatsnam achter het stuur. De neus van zijn knalgele Renault 14 (toen hadden auto’s tenminste nog kleur) stond vlak tegen een boerenschuur geparkeerd.
Toen ik plaatsnam achter het stuur, de stoel op de verste stand naar voren, zag ik door de voorruit een hindernis van baksteen die eigenlijk niet te nemen viel. Ik keek naar mijn vader die snel het principe van koppeling intrappen, op laten komen en gas geven uitlegde. Sturen kon ik al, want dat deed ik vaak als hij even op de kaart moest kijken of een sigaretje wilde opsteken.
Toen zei hij: ‘Starten maar.’ Ik startte, vroemvroem, dat klonk alvast goed. Daarna zei hij: ‘In z’n achteruit.’ Ik keek hem denk ik een beetje verwilderd aan, want hij zei daarna: ‘We gaan toch niet dwars door die muur heen?’ En zo gebeurde het dat ik de eerste meters van mijn sturend leven achteruit ging, in plaats van vooruit.

Mijn rijbewijs haalde ik zes jaar later veel te snel. Het was, naast gymnastiek, het gelukkigste uur van de week. En omdat mijn instructeur voor de helft van zijn baan ook havenpolitieman was, mocht ik na de les wel eens mee op een politieboot over de Maas.
Ik was een talent en omdat ik zo’n talent was mocht ik, nadat ik mijn rijbewijs had gehaald, vanzelfsprekend mijn vaders auto lenen om er met mijn vriendinnen op uit te gaan.
Die eerste keer reden we naar Scheveningen. We gingen oerend hard, en ik reed alle jongens er bij het stoplicht uit. Hoon was hun deel, omdat mijn vriendinnen fluitend uit de raampjes hingen. ‘Om zes uur thuis,’ had mijn vader vermanend gesproken. Tegen vijven leverde ik alle vriendinnen één voor één thuis af met de woorden: service van de zaak mevrouwtje.
Om kwart voor zes reed ik de straat van mijn vader weer in. Ik toeterde en stiekem zuchtte ik van opluchting. Mijn vader rende naar buiten. Ik zag dat hij ook zuchtte van opluchting. Met een laatste getalenteerde zwier parkeerde ik de auto (achteruit, nooit vooruit) op een prachtig plekje voor zijn deur. Ik voelde bij het indraaien wel een beetje weerstand. Ik zat toch nergens tegen aan?
In de spiegel zag ik dat ik een andere auto raakte. Om los te komen gaf ik gas. Veel gas. Niet vooruit, maar achteruit want dat was veilig. Je gaat in tijden van paniek altijd terug naar waar je vandaan komt. In mijn geval was dat naar de eerste meters naast mijn vader. Daar was nu ook mijn vader weer die zijn armen de lucht in gooide en met zijn handen iets wilde vangen, zo leek het althans en ik dacht: achteruit, achteruit. En als een vluchtend dier schoot ik er vandoor. Zo reed ik de hele zijkant van mijn vaders auto aan flarden. Gestript van achteren naar voren. Evenals de auto die ik raakte. Het bleek de auto van mijn vaders buurman.
Ik ging bleek en bibberend mijn excuses maken. De buurman van mijn vader deed open, zag zijn ontvelde auto, de ravage, haalde zijn schouders op en zei: ‘Ach! Hij was net terug van de garage.'
De mannen namen een borrel. Ik kreeg limonade. De buurman vertelde dat zijn overbuurmeisje kortgeleden ook haar rijbewijs had gehaald. Het begon dus al te wennen voor hem. De mannen lachten. Ik niet. Ik ben er nooit meer helemaal overheen gekomen. Mijn imago was geknakt en achteraf bezien is dat maar goed ook.

7 opmerkingen:

Anoniem zei

O, dat van die zijkant strippen wist ik niet eens. En van de havenmeester ook niet. En van de joelende vriendinnen.
Maar deel drie weet ik denk ik ongeveer wel. Lezer, jullie zijn bofkoppen: na deze prachtige eerste twee komt er nog een Zeer De Moeite Waard derde deel. Geniet nu, en kijk ook alvast vooruit. Altijd vooruitkijken.

Anoniem zei

Prachtig, wederom. Ik ben een bofkop. Vreselijk dat ik deel 3 pas na mijn vakantie kan lezen.

Anoniem zei

Ik moet plotseling aan een vriendinnetje uit mijn schooltijd denken.
Het gezin was Keurig. Alles volgens de regeltjes. Nooit stout.
Tot die ene dag.
Ze mocht (nog geen rijbewijs dus) in de auto van haar vader rijden op een verlaten industrieterrein. Toen kwam dat vreselijke moment… Een te scherpe bocht, ze neemt een greppel mee en de auto lag op zijn dak. Hoe ze het voor elkaar gekregen heeft begrijp ik nog steeds niet helemaal. Maar een ding was zeker. De auto was a total loss. Tegen de politie hebben ze gezegd dat pa reed. Een zwarte dag voor dit keurige gezin.

Anoniem zei

Een smulstuk, en: geweldige reactie van die buurman.
Vorige week raakte mijn vriendin, C., ook tijdens het inparkeren, de bumper van de Seat achter haar zó licht dat hij het lekker vond. De eigenaars, 50er en 50ster in Wehkamp, stonden er met hun grijze muizen-neus bovenop en begonnen zó luid te schreeuwen dat C. vreesde hun hond te hebben overreden. Op de Seat-bumper was geen krasje te bekennen, maar C. werd uitgefoeterd alsof de auto, om met jou, Bibi, te spreken, van achteren naar voren was gestript. (“Kunt u niet uitkijken!?” “Er was toch ruimte zat?!” En, ook wel weer ontroerend: “Wij zijn trots op onze auto hoor!”) En daarna eiste de man C.’s adres. “Maar,” zei zij, “u hebt helemaal geen schade.” Waarop hij: “Je weet nooit wat er van binnen kapot is.”

Anoniem zei

Hoe is het afgelopen? Heeft C. stand kunnen houden, of was het 1-0 voor Wehkamp?

Anoniem zei

Game, set and match voor Wehkamp.

Anoniem zei

geotorelxzp debt consolidation companies
consolidating credit card debt