vrijdag 13 juli 2007

Cadeautje (door Kees)


Ze is over, zonder onvoldoendes. Zelfs voor wiskunde een zes.
Wiskunde bestaat al 40 eeuwen. Mínstens. In deze spanne tijds wist één Spiering er, na zijn of haar 13de, nog voldoendes voor te behalen. Míjn dochter.
Haar moeder is alfa, ik alfaër, zij alfaast. En tóch een zes. Dankzij zó lang, hard en stoïcijns werken dat mijn borst er soms van balde. Temeer omdat ze het buitenschools ook druk heeft. Vijf dagen per week 19 kilometer fietsen. Sinds 4,5 maand een Vriend. De zorg voor haar paard. Een vol sociaal leven, met alle kroeg- en pizzeriabezoek, logeerpartijen, feestjes en meidenavonden van dien. Hier is, met andere woorden, een Grote Prestatie geleverd, en G.P.’s verdienen beloning.
Zaterdagmiddag rijden we naar een brommer- en scooterwinkel in bíjna het centrum van Groningen. Onderweg vertel ik haar nogmaals – verontschuldigend – dat het, hoe jammer ik ’t ook vind, een tweedehandsje moet worden. Een nieuwe kan ik momenteel echt niet kan betalen. Ze heeft er begrip voor.
In de brommer- en scooterwinkel staan rijen gloednagelnieuwe glansbrommers en fonkelscooters, maar die lopen wij manhaftig voorbij, op weg naar de werkplaats waar het tweedehands aanbod staat opgesteld. Tja. Weinig mis mee. Beetje roestig hier en daar, maar da’s buitenkant, motorisch zijn deze brommers vast net zo goed als nieuwe, ze gaan even hard, 25 kilometer per uur, en op sommige krijg je een half jaar garantie. Nee, dat zit wel goed. Maar toch.
Even bij de nieuwe kijken, - gewoon, voor de gein. Ter oriëntatie, zeg maar. Stel dat ze er een mocht kiezen – wat dus níet mag –, welke zou het dan worden? Ze wijst een zwarte Tomos.
Er komt iemand bij ons staan. Meneer in monteursjas. Hij wil die Tomos wel even uit de rij trekken. Welja, waarom niet. De brommer wordt pontificaal in het gangpad gezet en mijn dochter gaat op het zadel zitten. Mooi. “Deze graag,” zeg ik, “maar dan voor de helft van de prijs.” Lachen.
Mijn dochter blijft zitten terwijl de meneer in monteursjas vertelt wat deze brommer wel niet allemaal kan en bezit. Ik zie dat ze niet luistert. Zij rijdt de zomer in, haar gezicht splijt de wind, die haar krullen naar achteren plaagt. Ze gaat en staat waar en wanneer ze maar wil, parkeert claxonnerend voor de huizen van vriendinnen, die enthousiast kwinkelerend, en in een enkel geval misschien zelfs een béétje afgunstig, naar buiten hollen. “Chill!” “Wow!” Vét!”
“Maak hem maar klaar,” zeg ik.
Ze rijdt over het fietspad langs de Oude Rijksweg naar Hoogezand dus duurt het voor mijn woorden haar bereiken. Ze kijkt me aan. Heeft het zinnetje gehoord, kent de woorden ‘hem’, ‘klaar’, ‘maar’ en ‘maak’, maar tezamen komen ze in haar hoofd niet tot betekenis. Nou ja, er ís wel een betekenis, maar die kan niet kloppen.
“Doen we,” zegt de meneer in monteursjas. “Als u even meeloopt.”
Hij loopt naar een kantoortje. Ik niet.
“Écht?” vraagt mijn dochter.
“Echt,” zeg ik.
Er bestaat veel moois. Mij hoor je niet zeggen dat de seconde waarin je kinds gezichtsuitdrukking verandert van niet durven geloven in dolgelukkig weten het mooiste is wat eens mens kan zien, maar toen en daar dácht ik het wel.

14 opmerkingen:

Jan Paul zei

Een groot denker zei eens ´Canna rulez´. Dat blijkt ook met dit stuk weer overduidelijk. Het werkt. Elke dag verheug je je al op de volgende. En je wordt bijna nooit teleurgesteld.

Ooit zag ik een schitterend jack van 1000 euro. Als het me lukt om een boek te schrijven én gepubliceerd te krijgen dan koop ik die jas, besloot ik. Toen het twee jaar later zo ver was, hing het jack er natuurlijk al lang niet meer. Wel minder mooie en twee keer zo dure jassen van het zelfde merk.

De laatste jaren heb ik weer iets nieuws. Als een boek van mij ooit meer dan 20.000 exemplaren haalt, dan koop ik een scooter - een voor mij totaal overbodige luxe. Het mag een tweedehands zijn of derdehands. Het liefst zelfs, want anders lijk ik mischien teveel op zo´n naar Amsterdams vastgoedtype, die rijden ook allemaal op scooters. Maar een zo´n ding lijkt me wel hartstikke leuk.

Vooralsnog blijft het trouwens nog even fietsen. Of lopen.

Anoniem zei

Mooi cadeau, kees.
Hoe zit dat eigenlijk in een vaderhart, leeft er naast vreugde ook een beetje ongerustheid als je een brommer aan je dochter geeft?

@Jan Paul Misschien is de verkoop van 20.000 duizend exemplaren dichterbij dan je denkt.
Ik ben immers nog steeds voor je in de weer met goudverf in de boekwinkels.

Anoniem zei

Wat een heerlijk blogstuk... hierdoor loop ik de rest van de dag met een lach op mijn gezicht!

Anoniem zei

Love to L., die OOK nog eens een Tomos van een vader heeft!

Anoniem zei

Leuke log! (Volgens Onze Taal is zowel 'leuk log' als 'leuke log' toegestaan).
Vaders en dochters, ach ja. Mijn jongste dochter heeft haar vader laatst zover gekregen dat hij met haar naar de IKEA ging. Terwijl hij nota bene had gezworen nooit meer een voet in die zaak te zetten.

Anoniem zei

Kees, gulle goedzak.

Jelmer zei

Koel! :-D

Anoniem zei

Petje af als mede-alfa voor de alfadochter van Kees die een 6 wist te halen. Allemachtig dat is voor alfa's gerust een 10+. En misschien voor de toekomst een troost - zelfs met een 4 voor wiskunde kun je je einddiploma halen, zolang de rest maar minimaal 6 staat. Blijkt haalbaar te zijn!
L kan lekker opgelucht (dikverdiend) langs de grunniger dreven snorren.

Anoniem zei

Ontzettend knap, zowel de zes als de andere cijfers! Wiskunde is een overgewaardeerd vak natuurlijk, maar als je er, als alfa, een zes voor haalt, màg je glimmen als een nieuwe scooter! (en jij ook, Kees!)
Mooi, ontroerend stuk. Ik moet ineens aan mijn vader denken, die ook op die manier een 'ècht?' aan mij kon ontlokken. Ik besef nu, dat het voor hemzelf ook een cadeau was. Dank, Kees.

Anoniem zei

En wij hebben hem in het echt gezien. Een stuk!!! Die Tomos. (En die vader ook, en die dochter.)

Anoniem zei

Kan haar vriend ook achterop?

Anoniem zei

@ Jeska: Voor anderen kan ik niet spreken, maar in mijn vaderhart bestaat al ruim 16 jaar bijna permanent “een beetje ongerustheid”. Om niet te zeggen: een beetje overbezorgdheid. Voor mij is één der ‘kunsten’ van een (hopelijk) goede ouder zijn (altijd geweest): daar niet te zeer aan toegeven. Ouderlijke onbezorgdheid is het andere uiterste, maar ouderlijke óverbezorgdheid kan een kind ook veel kwaad doen.

Anoniem zei

Mooi gesproken, Kees.
Het lijkt me een kunst die balans te vinden.
Ik denk, dat als je die balans weet te vinden, dat dàt misschien wel het grootste geschenk is dat je je dochter kan geven.
gefeliciteerd!

Ludo zei

Heerlijk stuk, Kees. Hoe je je geweldig kunt voelen door je gevoel te volgen en niet consequent te zijn.