dinsdag 3 juli 2007

Droom (door Bibi)

Ik werd vanochtend wakker met mijn ogen open. Ik keek naar het plafond waarover even daarvoor nog de beelden waren gegleden van mij op weg naar de dood.
Ik zat in een taxi. Voorin zat mijn broer H. Naast mij zat mijn lief J. In mijn rechterhand hield ik een briefje van 25 gulden vast en wat klein geld. Ik dacht: zouden we straks nog met guldens kunnen betalen?
De taxichauffeur keek even achterom en reed toen van de weg af. We gleden schuin, in vertraging, van een steile helling. Na die helling volgde de afgrond. De chauffeur zei: ‘O God, dit had ik niet gewild.’

Ik gilde niet, maar ik ademde hardop in. Dat is, weet ik sinds vanochtend, iets anders dan gillen, want gillen doe je als je je adem hardop uitblaast.
Niemand zei meer iets terwijl we schoven. Naar de diepte doken. In slow motion alsof er vleugels aan weerszijden van de taxi zaten. Een Mercedes was het. Een zwarte. Ik wist dat dit het einde was. Er trokken geen beelden aan me voorbij, maar ik dacht wel: ik moet de hand van J. pakken, en die van H. Voor de chauffeur had ik er geen meer over. Ik dacht ook nog: als ik H’s hand pak, moet ik het geld loslaten.
Daarna was het stil. Doodsstil alsof het geluid van te voren al wordt uitgezet als er even daarna toch niets meer te luisteren valt. Ik was verschrikkelijk bang. Mijn huid zat heel strak om mijn lichaam heen. Mijn laatste gedachte was: zou er na de klap ook nog een gedachte zijn?

Sinds mijn droom wil ik weten of ik in werkelijkheid hetzelfde had gevoeld. Of ik alleen maar kort hardop had ingeademd. Of ik naar handen had gezocht. Of mijn vel daadwerkelijk zou veranderen in perkament. Doe je wat je droomt?

Nee, dat doe je niet, want soms droom ik dingen die ik in werkelijkheid niet zou doen. Maar dit was geen gewone droom. Dit was er een met open ogen.
Ik werd wakker voor de auto de grond raakte.
Mijn huid zit nog steeds niet soepel om mijn lichaam heen.
Ik voel in mijn hand nog altijd dat briefje en die muntjes.
Zou ik dat geld echt niet hebben losgelaten?
Nee.
Ik werd wakker met het geld voor de taxi nog in mijn handen.
afbeelding: Icarus van Matisse

14 opmerkingen:

Anoniem zei

Brrr… heel beeldend opgeschreven, Bibi.
Dit genre droom (ofwel nachtmerrie ) kleurt de rest van je dag. Ik ken ze. Op een rare manier inspireren ze ook wel, want je hebt een zeer levendig verslag geschreven. Zo heb ik mijn dromen wel eens in mijn illustraties gebruikt.
In droomtoestand kan je hoofd bizarre dingen tevoorschijn halen uit donkere krochten waar je overdag niet komt.
Kan je de droom trouwens een beetje plaatsen?

Anoniem zei

*is er stil van*

Anoniem zei

Overigens dat plaatje van Icarus... doet me meteen denken aan een van mijn favoriete gedichten.
'ik hou van Icarus, die wist dat de was zou smelten
en toch naar de zon toevloog' van Tjitske Jansen. AANRADER!!!

Anoniem zei

Eng, Bibi. Heel eng. En blijf alsjeblieft nog heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel lang met of zonder guldens bij ons.

Jan Paul zei

Nou, voor mij was het ook geen pretje hoor. Ik wou niet eens mee. Ik moest heel ergens anders zijn.

Anoniem zei

Hè, gelukkig, vijf comments. Nu durf ik ook.

Intens herkenbaar, koude rillingen, kippenvel. Mooi verwoord.
Vooral dat hardop inademen! Dat doe ik ook altijd, vlak voor ik de diepte instort. (Begrijp ik althans van mijn lief, die dan zachtjes met zijn hand over mijn arm wrijft, tijdens mijn droomval)

@ Marieke: die hele bundel van Tjitske is mooi! Alleen de titel al: het moest maar eens gaan sneeuwen.
(ook fijn voor sneeuwliefhebber Jan Paul, die zo te horen nog even moet bijkomen van de schrik)

Anoniem zei

Het laat zo'n gevoel na van 'hier moet ik iets mee, hier zit een waarheid waar ik nèt niet bij kan'.

Wat een bijzonder droge chauffeur trouwens, met zijn 'dit had ik niet gewild.'

Anoniem zei

Ik weet eigenlijk ook niet wat ik ermee moet. Ik kom maar niet los van de gedachte of dromen generale repetities kunnen zijn. Daar bedoel ik niet mee dat ze voorspellend zijn, maar: zou je je in het echt precies zo gedragen? Ik ga wel vaker dood in dromen. Ik verzuip, ik stort neer, ik krijg een kogel door mijn lijf, maar als ik dan wakker word dan haal ik diep adem en slaap weer in. Maar dit was echt. Beangstigend echt. Er was tijd om te denken, en ik voelde zo ontzettend veel angst en tegelijk ook weemoed om wat niet meer zou zijn. En alles in dat stille vacuum. Dromen hebben verschillende niveaus. Dit was intensiteit 10. Maar je hebt ze ook van drie of vijf. Die vergeet je weer. Maar er zijn dromen die je voor de rest van je leven onthoudt, alsof het gebeurtenissen waren. Dit was een gebeurtenis.

Anoniem zei

Huiveringwekkend!

Anoniem zei

Dat was nou letterlijk ademloos lezen, met open mond en lood in de borst. Groots.

Anoniem zei

Ingrid, nu ga je, vind ik – zoals dat heet –, te kort door de bocht. Mariekes liefde voor een gedicht van Tjitske Jansen ‘beantwoorden’ met Tjitske zonder Jansen, de titel van de bundel waarin het door Marieke genoemde gedicht is opgenomen en de bewering dat de gehele bundel mooi is, riekt naar even snel een naam plus regel inGooglen. Ik weet wel dat deze geur mij bedriegt, dat je de bundel hebt gelezen, en vraag mij juist dáárom af: waarom vind je de héle bundel mooi? Wat spreekt jou in Jansens werk zo aan? Welke vind je de mooiste regels? Dit uit oprechte belangstelling en een streven naar meer poëzie op Canna.

Anoniem zei

Gisteren gelezen en vandaag weer. Prachtig opgeschreven. Het is eigenaardig als er in dromen zulke morele kwesties aan de orde komen. Gebeurt mij ook weleens.

Anoniem zei

Kees, ik geef onmiddellijk toe dat mijn tweede naam Google is. Maar niet in dit geval. De bundel heb ik daadwerkelijk gelezen, nadat de titel een tijd op mijn verlanglijstjes rondzong. En ik was zeer verheugd in Marieke een mede-liefhebster te vinden. Vandaar mijn oprechte commentaar. Niks gegoogled dus, en ik ga mijn beledigde gevoel gewoon vergeten, omdat ik hoop dat mijn 'uitleg' meer Tjitske-liefhebbers maakt (en omdat ik blij ben dat Kees zijn tweede inzicht serieus neemt).

Waarom Tjitske? Ik denk dat ik niet alleen uit luiheid naliet haar achternaam een tweede maal te vermelden. Na het lezen van haar gedichten heb je het gevoel dat je even bij haar hebt gelogeerd. Het gevoel dat je onbekende, intieme kanten aan iemand hebt ontdekt, zoals de eerste keer dat je bij een vriend(in) logeert. Het gezicht boven de pyjama. Het ritueel voor het slapen gaan. Het samen wakker worden, opstaan en ontbijten, met de slaapvouwen nog in de wangen.

Bij Tjitske gaat het verder dan een kijkje in de keuken (en slaapkamer), bij haar mogen we zelfs in haar dromen kijken.
Om uit te leggen wat ik zo mooi aan haar werk vind, heb ik eigenlijk alleen de titel nodig. Het moest maar eens gaan sneeuwen. Het verlangen naar ... verlangen.
Ja, dat is het.
Ik herinner me speelse gedichten, sprookjesachtige gedichten, woorden vol weemoed.

Ik zou graag betere voorbeelden geven, met citaten en onderbouwing, maar de bundel is nog steeds niet in mijn bezit. Iets waar ik, sinds die keer lenen bij de bieb, nog steeds naar verlang. De titel blijft rondzingen op mijn lijstjes. En niemand die er gehoor aan geeft.
Ik moest 'm maar eens gaan kopen.

Anoniem zei

Jemig. En ik bedoel echt: jemig. Ik ga de methode Ludo aanhangen.