donderdag 6 september 2007

"Jij bent mijn mes" (door Frank)

“3.4

Mirjam,
Je kent mij niet, en terwijl ik dit schrijf ken ik mezelf ook niet helemaal. Ik heb overigens wel geprobeerd om je niet te schrijven, ik probeer het al twee dagen lang, maar ik geef het nu op.
Ik zag je eergisteren op de schoolreünie. Jij zag mij niet, ik stond helemaal opzij, misschien wel in jouw dode hoek. Iemand zei je naam, een paar jongeren noemden je 'juf', je was daar met een lange vent, je echtgenoot neem ik aan. Meer weet ik niet van je, en ook dit is me ietsje te veel. Schrik niet – ik wil je niet ontmoeten, wil je normale leven ook niet verstoren, maar ik wil je wel vragen of je van mij brieven zou willen ontvangen. Met andere woorden: of ik je (af en toe, per brief) over mezelf zou mogen vertellen. Niet dat mijn leven bijzonder interessant is (dat is het niet, en ik klaag ook niet), maar ik zou je díe dingen willen geven die ik aan niemand kwijt kan. Ik bedoel de dingen waarvan ik niet eens gedacht had dat je ze aan een andere zou kunnen, of zelfs zou willen geven. Jou verplicht het uiteraard tot niets, je hoeft ook niet te reageren (ik weet bijna zeker dat je het niet doet), maar voor het geval je toch ene keertje zou willen laten merken dat je me leest, schrijf ik op de envelop het nummer van een postbus die ik vanochtend heb gehuurd en die uitsluitend voor jou is bestemd.
Als dit alles enige uitleg behoeft, heeft het geen enkele zin en hoef je niet eens terug te schrijven, want dan heb ik me kennelijk in je vergist. Maar als jij het bent die ik daar zag, die zichzelf stond te omhelzen met een licht gebroken glimlach om de mond, dan denk ik dat je het wel begrijpt.
Jaïr W.”

Zo begint Jij bent mijn mes, geschreven door David Grossman en een van de meest indrukwekkende boeken die ik heb gelezen. Mirjam antwoordt en er ontstaat een briefwisseling die uitgroeit tot een gecorrespondeerde verliefdheid, een volledig begrijpen en aanvoelen van de gedachtegangen en momenten die de ander schrijft. Zonder dat ze elkaar nu persé willen ontmoeten.

Wij als lezers zien alleen de brieven die Jaïr aan Mirjam schrijft, maar het is duidelijk dat ze antwoordt. Jaïr gaat in op vragen en onderwerpen uit Mirjams brieven.
Uit deze eerste brief zou je kunnen opmaken dat het misschien erg ongelukkige mensen zijn, die dat met elkaar willen delen. Mensen die eigenlijk professionele begeleiding nodig hebben. Therapie. Counselinggesprekken.
Maar het zijn juist gewone mensen. Met partners, banen en kinderen. Met een beetje sleur. Met een hond die uitgelaten moet worden. Waar ze over schrijven zijn niet de grote allesomvattende onderwerpen waar romans over gaan, maar kleine dagelijkse momenten. Een wandeling, ontbijten met het gezin, een onbeschofte klant in een winkel. Die geven ze betekenis, door zich telkens af te vragen wat , of die kleine dingen iets groters zouden kunnen zijn, door mooie vergelijkingen te maken of de dingen te benoemen die je zo diep in je hoofd denkt dat je ze nooit zal uitspreken.

Daar wordt het natuurlijk geen makkelijk boek van. De zinnen zijn allemaal prima leesbaar, zonder al te veel moeilijke woorden, of enorme bijzinnen. Je kunt de zinnen wel begrijpen, maar om in het boek terecht te komen moet je actief meedenken. Moet je je verbinden aan dezelfde stroom waar Jaïr en Mirjam in terecht komen. Dat gebeurt ergens in de eerste twintig pagina's al, en als het niet gebeurt kun je net zo goed stoppen met lezen. Je zal er dan verder niet van genieten.
Wie wel gevangen wordt gaat anders kijken. Ik merkte dat ik in de supermarkt, op de fiets en in gesprekjes met mensen, me afvroeg wat Jaïr erover zou schrijven. Wat voor typering hij van het kassameisje zou geven. Waarmee hij de lucht zou vergelijken als ik van de brug omlaag rijd.

En ineens werd alles bijzonder.

Het boek heeft 362 bladzijden en dat is te weinig. Voor het verhaal is het voldoende, meer tekst zou overbodig zijn en een mooi einde verpesten. Maar het betekent dat na 362 bladzijden en een soort uitloopgebied het boek voorbij is.

Mijn exemplaar, waarvan Jelmer me zei dat ik het moest kopen en dat Ardi me met korting heeft verkocht, had ik uitgeleend. Gister kreeg ik het terug. Ze was er met moeite niet doorheen gekomen. Zonde.
Maar ik ga het herlezen.











David Grossman

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Geluk bij een ongeluk, Frank. Want anders had je het uitgeleende exemplaar misschien niet meer teruggezien.
Mij heb je in ieder geval overtuigd.

Anoniem zei

Ik ben zeer VOOR dit soort huldebetonen aan Grossmann. Dit boek van hem ligt nog klaar, maar ik vind hem een van de oorspronkelijkste schrijvers die ik ken.

Anoniem zei

Mooi beschreven, FRamk.
Gaat zeker op mijn (lange) boekenlijst.

Anoniem zei

Naar aanleiding van deze beschrijving gisteren naar Scheltema gegaan. Maarrrr... boek is niet meer verkrijgbaar. Meisje achter de balie bood me echter haar eigen exemplaar aan. Dat kan ik komende week op komen halen. Extra blij door dit gebaar verliet ik de winkel (met 3 andere boeken die ik niet kon laten liggen).

Anoniem zei

Wauw, Marieke, dan heb je een goede boekenwinkel.

Anoniem zei

Ja, en ik ben er niet eens vaste klant, omdat ik me verplicht voel verschillende boekhandels te bezoeken. Beroepsdeformatie...