dinsdag 4 september 2007

Vuurtjes (door Bibi)

Gisteren kreeg ik op mijn donder van de redactie van Radio Canna. Er werden woorden door de lucht geslingerd die godzijdank nergens werden opgevangen, zelfs niet door de richtmicrofoon die aan het eind van het enige doodlopende weggetje van ons eiland permanent staat opgesteld. (Hij is tijdelijk uitgeschakeld door meeuwenpoep.) Enfin, het ergste woord dat werd gezegd was: collaborateur.

Vandaag zal ik dan ook op de thuisradio verslag doen van wat mij bezighoudt. Maar ik wil de redactie wel even melden dat Andries Knevel veel vriendelijker is. En Mieke van der Weij en Peter de Bie en Yoeri Albrecht ook. En vanavond zal Dieuwertje Blok me ook niet begroeten met: zo, overloper, eindelijk een minuutje tijd voor ons weten te vinden in je aanstellerige organizer die je twee weken geleden in een vlaag van misplaatste overmoed hebt aangeschaft van ons eigen gemeenschapsgeld.

Luister luisteraars, luister.
Ik ben oprecht als ik zeg in de war te zijn. Mijn boek ‘Rotjongens’ maakt veel los. Ik krijg veel vragen waar ik het antwoord van vermoed. En vermoeden is iets anders dan weten.
De vraag die telkens terugkomt is: 'Hebben de jongens over wie jij schrijft een geweten?' En ik antwoord telkens met ‘Ja, dat hebben ze. Bij sommigen is het een speldenprik. Een bijna onzichtbaar puntje dat opgloeit als ik met ze praat. Maar zodra ik weg ben, zodra ze weer onder elkaar zijn dooft dat kleine vuurtje. Maar dat geweten is er.'
Ik pleit voor het opstoken van dat vlammetje. Ik pleit ervoor het niet te doven door verdere verwaarlozing ervan.

Maar nu roeren zich de psychiaters, de onderzoekers, de therapeuten. Het wordt onrustig om mij heen. Ik hoorde eergisteren dat het geweten rond het derde levensjaar wordt gevormd. Dat het rond je achtste is voltooid en dat er daarna weinig meer aan te veranderen valt. Gloeit het vanbinnen niet als je geld uit je moeders portemonnee steelt, dan zal het later nooit meer gloeien.
Had ik dit allemaal geweten dan had ik dit boek niet afgerond. Gelukkig hield ik me verre van theorieën en grafieken toen ik met de jongens sprak. Ik wilde hen horen, en ik wilde dat anderen hen met mij hoorden. Dat was alles.
Maar nu, wat te doen? Moet je een kind zonder geweten opsluiten? Want een kind zonder geweten kan rare dingen doen.
Ik weet het niet.
Ik denk dat een mens zonder geweten heel ernstig ziek is. En wij weten niets anders te verzinnen dan hen op te bergen. Al die gewetenloze jongens bij elkaar te zetten zodat ze gewetenloos met elkaar om kunnen gaan.
En toch geloof ik dat dat vuurtje wel opgepookt kan worden. Ik hou van vuur. Ik hou van vuurtjes stoken. Een haard die op een gloeiend kooltje na uit is, krijg ik weer tot leven. Ik wil niet pochen, want ik kan heel veel dingen ook niet. Zelfs aardappels koken mislukt bij mij. Maar vuurtjes die uitgaan, daarvoor ga ik op mijn knieën. Ik blaas zachtjes, of heel hard. Ik geef lucht aan een lichtend takje. Ik schuif, ik roer, ik kijk. En er niet bij weggaan. Dat is het devies. Laat je het in de steek als je denkt dat het ook maar even brandt dan dooft het weer. Blijven kijken moet je. Blijven luisteren moet je, en horen hoe de vlammen alle houtjes grijpen.

En als uiteindelijk blijkt dat het toch te hard geregend heeft, dat het vocht het wint van het vuur, dan is er heel veel rook, heel veel kou ook en verloren lucifers. Wat te doen met jonge en onbrandbare takjes. Weggooien? Dat in elk geval niet. Maar wat wel?
Wat wel?

Ps: ik ben geen overloper.
Pps: ik heb geen organizer gekocht.
Ppps: ik ben goed met echte vuurtjes, maar van symbolische weet ik weinig.

12 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik zucht even diep. En ik ben het met je eens, met je overpeinzing, met je pleidooi voor het opstoken van de speldenprikvuurtjes. Maar ik zucht weer. Want ik weet het ook niet.
Ik kan zelf nogal koppig zijn als dingen niet lukken, vuurtjes zal ik altijd blijven proberen aan te steken tot ik een ons weeg. Ik geloof niet dat achtjarige takjes niet meer tot een vol vuur kunnen ontbranden. Om even uit de metafoor te stappen: ik geloof er niet in dat er weinig meer te veranderen is aan achtjarige gewetens, volgens de psychiaters. Ik ben halverwege 'Rotjongens' en geloof het gewoon niet. Noem het koppig ja.

Anoniem zei

Ik moest even nadenken over waar de Canna Redactie je van betichtte, maar later begreep ik het. Bedoelde je dat je wel op andere radiozenders te horen was de afgelopen week, maar niet op de onze?
De Radio Canna-redacteur die je dat heeft gezegd is dan bij deze ontslagen. Het was waarschijnlijk de stagiair van onze stagiaire. Of de stagiair van het schaap van onze stagiaire.
Weg ermee.
Want we lenen onze sterreporter graag uit.

En verder geloof ik die cynische wetenschapmevrouw ook niet. Was het dan iemand die juist met die volgens haar gewetenloze jongens werkt? Waarom doet zij dat dan nog? Om zich te verkneukelen in haar eigen gelijk?

Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Anoniem zei

Geloven in vuurtjes, lijkt me essentieel.
Anders kan je helemaal het bijltje er wel bij neergooien.
Misschien als zij een oprechte kans krijgen, een wezenlijke kans die hen een ander perspectief op het leven biedt, dat zij plotseling de constructieve weg verkiezen boven de destructieve.
Of is dat een naïeve gedachte?

Anoniem zei

Ik hou ook van vuurtjes opstoken...

Maar alle gekheid op een stokje, het is heel goed én nodig dat die jongens stem krijgen, en het is te verwachten dat alle -gogen en -logen en -aters zich dan opeens roeren (om hun eigen onvermogen weg te praten?)...

Anoniem zei

@Alexander: Wees koppig, blijf koppig.
@Edward: ja dat was het probleem van de redactie. Wij moeten als medewerkers voor elkaar opkomen, dank voor je steun. De psychiater die ik sprak was wel bevlogen. En ze werkte graag met deze jongens, maar veel vertrouwen op een goede afloop had ze niet. Zij heeft natuurlijk jarenlange ervaring. Maar toch blijf ik erin geloven, om met Alexander te spreken, tot ik een ons weeg.

Anoniem zei

Ik zag een aflevering van Puberruil vanochtend. Twee achttienjarige jongens wisselden voor een paar dagen van gezin. En de 'rotjongen' van de twee was in het streng gereformeerde gezin op het platteland geen 'rotjongen'.

Nu wil ik zeker niet pleiten voor de gereformeerde gemeenschap, die kan dat zelf denk ik wel, maar verandering van omgeving doet wonderen. Misschien kan het zelfs gewetens laten ontvlammen.

Jan Paul zei

Als het vuur warm genoeg is brandt uiteindelijk alles.

Anoniem zei

Dat vind ik een interessant punt, dat Frank aansnijdt. En het steunt mij in mijn koppigheid en Bibi in haar geloof. Dank Frank.

Anoniem zei

Bibi, waar ik zo benieuwd naar ben is of de hoofdpersonen zelf het boek lezen en erop reageren? Weet je al iets over hoe hun verhaal in boekvorm op ze overkomt?

Anoniem zei

Ja Annelies, alle jongens hebben hun verhaal (vanaf een A4'tje) goedgekeurd voordat het in het boek kwam te staan. De meesten hebben het boek nu ook toegestuurd gekregen. Wat ze ervan vinden weet ik nog niet. En ik weet niet of ze me dat ooit laten weten. Ik was wel verbaasd dat ze weinig correcties hadden, want je eigen verhaal zo zwart op wit te zien staan lijkt me heel confronterend. Hier en daar wilden ze wel een verandering, maar het was minimaal. En natuurlijk heb ik die veranderingen doorgevoerd.
En Frank, ja, ik hoorde van een boerderij op het platteland in Belgie voor rotmeiden. Daar moesten ze een jaar beesten verzorgen. Met al die meiden ging het een jaar later een stuk beter. Ik geloof daar ook wel in: verandering van omgeving. Naar buiten gaan, sporten, een taak hebben, dieren verzorgen. Ende jongens die echt niet willen, ja, die zijn er altijd.

gerry zei

gerry zei

knap bibi, eindelijk eens een boek over hoe het komt dat ze het spoor bijster raken in deze hectische maatschappij waar jongeren de weg kwijt raken, van dat vuurtje sprak me zeer aan je moet het niet laten doven dan is het einde zoek. Graag ga ik a.s. dinsdag met je op stap naar scholen in de gemeente Mill waar ik werk in de bieb. Ik hoop dan effe met je te kunnen kletsen over wat je hebt meegemaakt met deze rotjongens, je wordt niet slecht geboren maar gemaakt en dat kan vele oorzaken hebben, zelfs in het kleine dorp waar ik woon.

groetjes gerry