vrijdag 19 oktober 2007

Het Beweginkje (door Kees)


Het gezeurzanikzeik van het anti-‘Nederlandse Kinderpoëzie in 1000 en enige Gedichten’-beweginkje werd aldra meelijwekkend. Wéérzinwekkend trouwens ook, en: gênant. Voor het eerst sinds ik zeven jaar geleden De Docentenkamer ontvluchtte dat ik op zóveel kleingeestig chagrijn stuitte.

Vanzelfsprekend vind ook ik dat uitgevers die een poëziebloemlezing willen publiceren een dichter(es) tijdig behoren te vragen of hij/zij het goed vindt dat, tegen betaling van zus of zulk bedrag, werk van hem/haar in dat boek wordt opgenomen. Als een dichter dat, om welke reden ook, niet wil, dient de uitgever van die man of vrouw zijn/haar werk af te blijven. Prometheus is dus onbehoorlijk te werk gegaan, daarover verschillen Beweginkje en ik niet van mening. Maar wat er vervolgens op diverse weblogs in gedeelde kneuterweerzin jegens Komrij’s monumentale werk zoal werd en wordt bíjgemokt….

In ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ staan ook door kinderen geschreven gedichten. Had voor mij eveneens niet gehoeven. Ook ík heb de indruk dat binnen het huidige basisschoolpoëzieonderwijs, voorzover het bestaat, de lees-/schrijfbalans te ver richting schrijven doorzakt. Maar ’t is míjn bloemlezing niet. Ik tref in zovéél boeken ‘dingen’ die voor mij niet hadden gehoeven, - sterker: ik lees wel eens bóéken die voor mij niet hadden gehoeven. Komrij is de bloemlezer, hij koos er voor die kindergedichten op te nemen en het staat eenieder vrij ze niet te lezen (er blijft, me dunkt, voldoende over) of ‘De Nederlandse Kinderpoëzie in 1000 en enige Gedichten’ niet te kopen.
Het Beweginkje ‘ziet’ dat anders. Jammert dat Komrij, door die kinderschrijfsels op te nemen, De (kinder-/jeugd)Poëzie veramateuriseert. Je moet er maar opkomen.
Wat Komrij heeft willen samenstellen, is volgens mij niet een boek voor kinder-/jeugddichters en andere ‘professionals’, maar een boek voor lézers. En vind ervan wat je wilt, maar na zo’n 15 jaar bestuurs-, jury- en ander werk voor diverse ‘poëzieleesbevorderende’ stichtingen, instellingen en andersoortige ‘lichamen’, weet ik uit ervaring dat tal van volwassenen en kinderen, zij het om van elkaar verschillende redenen, bij gelegenheid graag door kinderen geschreven gedichten lezen. Zodat veel literair-onschuldige lezers die ‘gewoon’ van “1000 en enige” kinder- en jeugdgedichten willen genieten, die paar pagina’s kinderwerk vast gaan waarderen en op waarde zullen schatten.

Jeetje. 'T Hoen (1745) staat vóór Van Alphen (1746) terwijl ’T H. zich aan V.A. schatplichtig heeft verklaard. Nee, dá’s lekker. Geeft zo’n ‘KinderKomrij’ toch mooi een verkeerd beeld van hoe ’t literair-historisch in elkaar steekt.

Allemachtig! Vóór hij, vrij naar Rushdie, de zee der kinder-/jeugdgedichten indook, had Komrij niet van Gerard Berends, Sjoerd Kuyper en David Tomkins gehoord! Waarmee Het Beweginkje insinueert dat Gerrit Komrij een dilettant is, wiens keuzes dus niet serieus moeten worden genomen.
Op het jongste Kinderboekenbal sprak ik diverse héél ‘professionele’ collega’s die zich afvroegen wie Gerard Berends was. Een enkeling vermoedde een pseudoniem met Komrij himself erachter.) Omdat ik Gerard sinds een jaar of zes ken, kon ik hen onder meer vertellen dat geen mij bekende dichter zijn gehoor tijdens voorlezingen zo gelukkig maakt als Gerard B. Berends.
Ofschoon ik wel eens iets lees, had ook ik, tot ‘Komrij’, nooit van David Tomkins gehoord (domdomdom?) en wat maakt het uit of Komrij, vóór hij zijn kinderpoëziekruistocht aanving, de naam ‘Sjoerd Kuyper’ kende? Inmiddels heeft hij ’s mans werk gelezen (en zogezegd de hoogste score toegekend). Is dát niet waar het om gaat?
Komrij ís natuurlijk geen dilettant. Ik verwed er € 208,-- onder dat hij meer kinder- en jeugdpoëzie heeft gelezen dan alle leden van Het Beweginkje bij elkaar; dat hij dat niet, zoals hier & daar - ook door Komrij’s eigen schuld - werd beweerd, binnen twee weken heeft gedaan, mag ik inmiddels bekend veronderstellen.
Maar stel nou dát-ie een dilettant was. Dat een gereputeerd volwassenenschrijver/-dichter/-bloemlezer zich zonder voorkennis van kinder- en jeugdpoëtische materiën door vijf eeuwen kinder-/jeugdpoëzie las en bloembundelde wat hij de moeite waard vond. Wat zou daar op tegen zijn? Dat hij de ‘hiërarchische’ verhoudingen en ‘politieke’ gevoeligheden binnen het Nederlandstalige dorpje Kinderpoëschannerveen niet kende? Zodat hij van de door collegae en critici al jaren hoog aangeslagen en door De Belastingbetaler adequaat gehonoreerde Truus wellicht minder verzen zou opnemen dan van de slechts bij enkelen bekende dichtende docente Gea? En wat zou dáár op tegen zijn? Zou een bloemlezing van een onbevooroordeelde, buitengewoon belezen volwassenenpoëziekenner van buiten het dorp voor een keertje niet spannender zijn dan de zoveelste collectie van een dino die alle objectiviteit en onbevangenheid is kwijtgeraakt omdat-ie al 40 jaar in Kinderpoëschannerveen woont, zo’n beetje elke Nederlandse en Vlaamse kinder-/jeugddichter persoonlijk kent, ruzie heeft met A en bejaardensekst met Z?
Lijkt mij wel, maar Het Beweginkje denkt er vast anders over. Dat wil dat íedere kinder-/jeugdpoëziebloemlezing recht doet aan zíjn idee van de Kinderpoëschannerveense verhoudingen; (zelf)relativeringsvermogen en ruimhartigheid zijn dit ego- en elkaarcentrische volkje even vreemd als goede smaak en vrijgevigheid.

Er is niets wat ik serieuzer neem dan mijn literaire werk, al bestaan er één of twee ‘dingen’ die ik éven serieus neem. Wanneer er onder multimediaal klaroengeschal een op voorhand prestigieuze jeugdpoëziebloemlezing verscheen waarin ‘ik’ niet of nauwelijks voorkwam, zou ik teleurgesteld zijn en de bloemschikker van alles & nog wat verdenken (niet al mijn bundels gelezen, voorkeur voor andersoortige poëzie, slechte smaak, rancune, seniliteit, et cetera) maar van mijn geloof in de kwaliteit van mijn werk zou ’t geen microflinter afkrabben en het zou toch godverdegodver mijn eer te na zijn publiekelijk te jeremiëren over des bloemlezers of uitgevers keuzes. Wél, misschien, over onbetwistbare terechtheden als te laat geïnformeerd en onderbetaling, maar me laten kennen door publiekelijk over ’T Hoen, gedichten door kinderen, dilettantisme of - zie hierna – omslag of papier te zaniken: - ik zou niet dúrven. Het Beweginkje is moediger dan ik. Het durft zijn kleingeestigheid te tonen, schaamt zich niet voor oprispingen uit onderbuik en reptielenschors. Chapeau! Als ík zo dacht, als míjn denken zich bewoog als bloed door een bíjna dichtgeslibde ader, zou ik er niet voor durven uitkomen.

Verder.

Het Beweginkje vindt het omslag van ‘De Nederlandse [ ]’ niet mooi. Het oorspronkelijke omslag – foto van een meisje met ijsmuts, op schaatsen vóór een molen op een ijssloot, weinig zijlandschap – vond het véél mooier. Prima, ieder zijn smaak. Die foto vond ik ook mooi, maar het omslag dat het werd, vind ik gewéldig. Dat – wel érg lange – meisje naast die antieke camera, uitkijkend over een schitterend, verstild, zij het onNederlands landschap naar een in hemelblauw verborgen toekomst: prachtig. De illustratie bevredigt én verhevigt een verlangen dat ik voer. Begrip voor de (jongere? anders besmaakte, minder sentimentele?) criticasters, maar ik ben met dit omslag alleszins gelukkig.

Het papier. Zélfs het papier. Deugt volgens Het Beweginkje - gaandeweg verloor het alle gêne – ook niet. Het zou krantachtig, goedkoop, onaantrekkelijk aanvoelen. Onzin. De papierkwaliteit van ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ is beter dan je van een zeven centimeter dik, 1040 pagina’s tellend, nog geen € 20,-- kostend boek mag verwachten.

Het Beweginkje schiet toe. Open doeltje! Dat Komrij’s majestueuze bloemlezing “nog geen € 20,--“ kost, komt, kliert Het Beweginkje, doordat Prometheus zijn levende leveranciers slechts € 5,-- per gedicht wil betalen. (Voorzover ik weet, wordt door sommige collegae over dat bedrag onderhandeld. Als het waar is dat Prometheus, op grond van ooit gemaakte afspraken, € 26,-- per gedicht had moeten bieden/betalen, is dat die collegae hun méér dan goed recht. Ik hoop dat ze krijgen wat ze willen, afspraak = afspraak. Zelf neig ik ertoe op z’n meest € 255,-- beduidend minder belangrijk te vinden dan dat een groot publiek eíndelijk eens met name moderne jeugdpoëzie leest.)
Vind ik € 5,-- dan wél redelijk? Ik weet niet wat “redelijk” ís. € 26,-- vind ik óók symbolisch. Wat is de geldelijke waarde van een gedicht? Ik doe er, ingekookt, úren over een gedicht te schrijven. Zo ik inzake poëzie mijn tekstschrijvertarief hanteerde, vroeg ik voor één nieuw vers € 1300,-- exclusief. Maar dat betaalt niemand en mijn in ‘Komrij’ opgenomen gedichten zíjn niet “nieuw”. Ze staan in bundels waarvan, bij mijn weten, het merendeel niet langer te koop is. Ten onrechte!, maar het is zoals het is.
Voor de leden van Het Beweginkje ligt dit, voorzover ze kinder-/jeugdpoëzie schrijven, natuurlijk anders, dat snap ik ook wel. Hun bundels beleven druk na druk en zo ze niet hoog opgetast in de boekenwinkel liggen, is een verkoper koortsachtig doende ze aan te slepen. Zouden zelfs zulke nimmer uit druk gerakende prachtwerken, zoals Het Beweginkje beweert, door ‘Komrij’ ‘uit de markt worden (sic) gedrukt’?
Ga toch weg.
Lezers dezes weten waarschijnlijk en betreuren hopelijk dat de meeste (jeugd)poëzie slecht verkoopt. Het aantal Nederlanders dat regelmatig voor zijn plezier (dus uit niet-professionele overwegingen) een dichtbundel koopt, bedraagt, naar ik las, tussen de 3- en 4000. Sommige bloemlezingen, en zeker die van Komrij, bereiken een veel groter publiek. Ze krijgen meer persaandacht dan individuele bundels. Wie niet in De Poëzie is ingevoerd, maar wel mooie gedichten wil lezen, koopt liever een bloemlezing vol, door een ‘deskundige’ bijeengebrachte, – vermeende – kwaliteit dan dat hij in de winkel op goed geluk een bundel uit de poëziekast trekt, temeer daar zo’n dikke bloemlezing vaak niet veel duurder is dan dat boekje met 30 sneeuwvelden waarin de dichter enkele lettersporen achterliet. Niet alleen in Nederland maar wereldwijd kopen mensen liever een ‘vol’ dan een nogal ‘leeg’ boek. Et cetera.
Dat kunnen wij, dichters, vervelend vinden en negatief duiden (ik baal er óók van) maar de stelling dat er, als er niet werd gebloemleesd, meer bundels zouden worden verkocht en zéker die dat bijvoorbeeld ‘Komrij’ ‘reguliere’ bundels ‘uit de markt drukt’, lijkt mij flauwekul. Zeker is daarentegen dat, dankzij Komrij, dezer weken een heleboel volwassenen en misschien ook jongeren, die vóór de verschijning van ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ wegens onwetendheid niet op het idee zouden zijn gekomen een bundel van Berends, Rompa of Witvliet te kopen, onder meer jeugdpoëzie lezen. Zeker is ook dat ‘ons’ genre, ons werk(terrein), meer aandacht krijgt dan het zonder ‘Komrij’ zou hebben gekregen. En dan kun je afdalen naar NavelNulNiveau om daar, terwijl je vazallen het natte washandje op je voorhoofd gedurig verversen, al dan niet terecht te mokken over te laat geïnformeerd, diefstal, € 35, -- in plaats van € 182,-- (die Het ziekzuinige, het leven lijdende Beweginkje tóch met tegenzin had uitgegeven), ’T Hoen, veramateurisering van De Poëzie, Komrij’s zogenaamde ondeskundigheid, het omslag, papier, in de ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ niet vertegenwoordigde bundels en dat je er met slechts twee, vijf of zeven in staat, maar je kunt het ook positief en groothartig bekijken. De kans dat iemand in een boekenwinkel zal aarzelen tussen de aanschaf van óf de ‘KinderKomrij’ óf een bundel van een contemporaine jeugddichter lijkt mij kleiner dan de kans dat iemand dankzij Komrij zo’n bundel zal kopen.

Samengevat.

Het Beweginkje heeft gelijk. Uitgeverij Prometheus heeft op z’n minst een áántal dichters niet of schandalig laat (namelijk toen de bloemlezing al was gedrukt) om toestemming voor overname verzocht. Dat gaat ieder fatsoensperk te buiten en is, in essentie, diefstal. Prometheus verdient straf.
Ík ga niet proberen haar die te laten geven. Integendeel. Ik ben blij dat Prometheus mijn toestemming niet heeft afgewacht. Die had ik niet kunnen geven omdat van de vier uitgevers van de vijf bundels waaruit Komrij in mijn geval heeft geput slechts één me heeft gevraagd of ik er bezwaar tegen had dat één mijner gedichten in ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ zou worden opgenomen. Dat neem ik die andere uitgevers niet kwalijk: - ik verhuis nogal eens. Ik vind het plezierig dat Komrij een behoorlijk aantal van mijn gedichten heeft opgenomen (al had ook ik, in zijn plaats, andere gekozen) en zou het jammer hebben gevonden wanneer ‘ik’ er vanwege verhuizingen niet of met één in stond.

Het Beweginkje heeft gelijk. Waar € 26,-- is afgesproken, dient € 26,-- te worden betaald. Als collegae die ik hoog heb zitten me zouden vragen toe te treden tot een € 26,---front tegenover Prometheus’ € 5,---bod haastte ik me uit solidariteit en vriendschap onmiddellijk naar de voorste gelederen, maar van hen verneem ik in dezen niets en persoonlijk voel ik niet in het minst de behoefte tijd te besteden aan het verwerven van € 208,-- in plaats van € 40,--. Als gezegd, houd ik beide bedragen voor symbolisch. Tuurlijk bezit ik liever € 208,-- dan € 40,-- en zou ik iemand die mij voor € 168,-- oplichtte onder water houden tot-ie me terugbetaalde, maar in dezen vóél ik me niet opgelicht. Ik vind dat Komrij een prachtig boeket heeft geplukt, hoop dat velen ervan zullen genieten, ben ervan overtuigd dat ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ niet één kinder- of jeugddichter kwaad zal doen en teneinde zó’n zeldzaam rijk en daardoor belangrijk boek betaalbaar te houden, neem ik graag genoegen met een fles goede whisky in plaats van een mooi etentje voor twee.

Ik wil maar zeggen: Het Beweginkje heeft zakelijk gezien gelijk, maar naar aanleiding van zijn verre van zakelijke pogingen tot het karaktervermoorden van ‘De Nederlandse Kinderpoëzie [ ]’ verwijs ik naar het laatste couplet van een lied, geschreven door ons aller koningin, die Het Beweginkje, denk ik, hoofdschuddend-geamuseerd zou hebben gadegeslagen.

“Tjonge jonge jonge, wat een toon
Tjonge jonge jonge, niet gewoon
Doe het allemaal
Wees een kannibaal
Maar zeur niet
Zeur niet
Zeur niet
Zeur niet
Zeur niet
Zeur niet
Zeur niet
Zeur niet”

(Uit: ‘Zeur niet’, Annie M.G. Schmidt, Nijgh & Van Ditmar, 2007)

20 opmerkingen:

Anoniem zei

Kadoink, Kees. Ik houd van stukken uit het hart. Dit is er een. Je bent weer aan het galopperen geslagen, en ik kan er niets aan doen, ook al hebben de anderen gelijk, ookal is uitgeverij P. te vergelijken met de gemiddelde garagist (we vernieuwen uw oliefilter voor slechts 35 euro, maar we zetten de oude, als u zich omdraait, er net zo hard weer in terug), ik galoppeer met je mee, al weet ik dat heel hard galopperen op gladde keitjes niet zo handig is. Maar ja, het hart is soms onstuurbaar. En mijn paard, nou ja, het is een ponnietje vergeleken bij jouw Bruun, is er met mij vandoor. Misschien kom ik halverwege tot bezinning, maar zover is het nog niet.

Jan Paul zei

Sorry. Ben halverwege afgehaakt. Dit stuk is me veel te lang.

Bovendien is het raar om het ´Beweginkje´ op de belangrijkste punten gelijk te geven en vervolgens in te gaan op de papiersoort en het omslag. Jouw kritiek is daarover langer dan hun ´gezeur´.

Anoniem zei

Toen ik de weg in Komrij’s boek aan het verkennen was merkte ik een eigenaardige mix van versjes en Gedíchten op. Voor mij zit daar een wezenlijk verschil in. Nu ik het boek enigszins verkend heb ervaar ik het meer als een tijdsbeeld. Een foto uit de dichtgeschiedenis van Nederland/Vlaanderen. Zowel de volwassen dichters als de kinderen staan op de foto, allemaal door elkaar. De manier waarop de uitgeverij er mee omgesprongen is getuigt niet van respect. Dat is ernstig. Vreemd genoeg zal al het opgewaaide stof wel weer voor reclame zorgen.
En de mensch is raar, als er veel gerept wordt over iets, goed of slecht, gaat men het kopen en lezen. Dus het zal mij niet verbazen als er spoedig een derde druk komt. Wonderlijk, hoe dingen kunnen lopen…

Ludo zei

Kees,

recht uit het hart. Ik ben het niet met Jan Paul eens. Het kleingeestige, en, met verkeerde argumenten karaktermoord plegen, moet worden aangepakt. Hear, hear!

Jan Paul zei

Wil jij zondag de finish nog halen, Ludo?

Ludo zei

Als jij alleen maar karaktermoord pleegt is het niet erg, Jan Paul. Zolang ik fysiek maar in orde blijf. Aan de andere kant......je bent wel een stuk groter, zwaarder en imponerender dan ik.
Sorry meneer Schutten, ik zal het nooit meer doen. Mag ik alstublieft doorlopen, ik moet nog 41,9km.....

Jan Paul zei

Pleeg ik karaktermoord? Cool. Kan ik dat ook weer van mijn to-do list schrappen.

Anoniem zei

Ík ga in op “papiersoort en omslag”? Nee, Het Beweginkje zeurde over papiersoort en omslag. Plus de rest. Uit ergernis daarover schreef ik mijn inderdaad lange stuk.
Als iemand bij de bakker een verjaardagstaart bestelt en eerst op zijn verjaardag verneemt dat die niet kan worden geleverd, is kritiek alleszins gerechtvaardigd, maar geeft het geen pas te gaan lopen afgeven op ’s bakkers gehele assortiment, kledingkeuze en schoonfamilie. Da’s flauw en onrechtvaardig, en ík vind het niet “raar” daarop te wijzen.

Anoniem zei

En toen stierf Jan Wolkers en dacht ik aan vlinders.

Wat verdrietig.

Anoniem zei

Allereerst ben ik tegen zeuren. Allertweedst vind ik het stuk niet te lang. Ik heb het lekker gisteravond laat uitgeprint en in bed gelezen, en toen kon ik nog een poosje niet slapen. Vanwege het hevig en onstuimig galopperen. Ik moet het ook nu nog even laten bezinken.

Nu alvast: ik volg Jan Pauls weergave van het standpunt niet. De klachten over papiersoort en omslag lijken me gewoon voorbeelden die passen in Kees' betoog, over de stelling dat de Komrij-kritiek beperkt moet blijven tot de geleverde taart, niet tot (de kledingkeuze van) de bakker. Dat dat de hoofdstelling is, wordt al lezend steeds duidelijker, dus het is jammer dat Jan Paul de tekst niet uitlas.

Maar het is ingewikkeld, want de kritiek op Komrij, zoals die aan Het Beweginkje wordt toegeschreven, is deels wél echt inhoudelijk (bijvoorbeeld over de keuze van de opgenomen gedichten). Daarom ben ik er nog niet uit.

Anoniem zei

Alexander, we komen er ook niet uit, maar ik hou zo van galopperen. Heel heel soms wil ik dan niet de andere kant uitkijken ook al weet ik dat die andere kant gelijk heeft. Maar de beweging, de snelheid, de vrijheid wint het op dit moment van stilstaan en goed kijken wat er nu eigenlijk is gebeurd.

Anoniem zei

Ook een galop kan, na een grondige voorbereiding, heel precies worden uitgevoerd. Volgens mij héb ik goed gekeken wat er is gebeurd en even glashelder als haarscherp onderscheid gemaakt tussen Groot Gelijk en Geëmmer. Maar ja.

coen zei

Eerlijk gezegd vind ik het nogal een dommig stuk. Het begint en eindigt met het beweginkje gelijk te geven en in het erg lange middendeel te debunken.
En strijd met open vizier. Wie bedoel je. Er zitten nogal valse insinuaties in, maar je verbergt je beschuldigingen achter 'het beweginkje'.

Anoniem zei

“Dommig”. Nou ja, je weet wat Voltaire schreef -: "Ik verafschuw wat u zegt, maar zal uw recht het te zeggen met mijn leven verdedigen."
Gezien je beroep(en) en functies houd ik jou voor een bovengemiddeld goed lezer. Zo die aanname juist is, weet je dat je samenvatting - ‘beginnen en eindigen’ “met het beweginkje gelijk te geven en in het erg lange middendeel te debunken” – mijn tekst geen recht doet.
Ik heb geschreven dat Het Beweginkje in twee opzichten gelijk heeft. Die twee opzichten vormen een eerlijke, relevante, serieuze, gezonde stam waaraan Het Beweginkje allerlei – mijns inziens – valse, flauwe, irrelevante, bij geboorte dode takken laat ontspruiten. Op die takken heb ik getikt.
“Valse insinuaties”? Vertél. Ik geloof in mijn ‘posting’ nergens - laat staan ‘vals’ – te hebben geïnsinueerd, maar ben graag bereid jou, waar je maar wilt, duidelijkheid te verschaffen.
Alle in mijn tekst bijeengekruide modder, met slappe polsjes richting ‘KinderKomrij’ geworpen, schepte ik uit door jou gelezen postings en comments van Beweginkje-leden. Je vraag “wie [ik] bedoel” is er dus een naar de bekende weg.
En: “strijd met open vizier”? Dat lijkt me een gebiedende wijs. Wil je die voor anderen bewaren?

Anoniem zei

Hoi Coen, je kunt er van alles over zeggen, maar een dommig stuk is het niet. Dan doe je Kees tekort. Als er iemand hier op dit blog kan schrijven is het Kees. Dommige dingen heb ik nooit van hem gelezen. Dat het misschien onwaar is wat hij zegt, onheus, onaardig, dat mag je vinden, maar dommig? Integendeel. Zijn mening staat tegenover die van jou. Dat hij het voor een deel wel met je eens is, betekent niet dat hij er verder niets over mag zeggen. Hij vindt het gezeur en ge-emmer dat gedoe rond de Kinderkomrij. Hij schoffelt het hele zaakje onderuit. Met brute kracht, dat wel. Maar voorlopig galoppeer ik nog steeds met hem mee.
En voor degenen die het er allemaal niet mee eens zijn en daarmee zitten, ga op avontuur zou ik zeggen. Neem je zwaard en trek ten strijde tegen Prometheus. En verder? Naar de prachtige herfst kijken en mooie dingen maken.

coen zei

Misschien is dommig het verkeerde woord. Laf is het woord dat meer op zijn plaats is. Waarom noemt hij Ted van Lieshout niet.
Wie bedoelt hij in de volgende zin?
'Zou een bloemlezing van een onbevooroordeelde, buitengewoon belezen volwassenenpoëziekenner van buiten het dorp voor een keertje niet spannender zijn dan de zoveelste collectie van een dino die alle objectiviteit en onbevangenheid is kwijtgeraakt omdat-ie al 40 jaar in Kinderpoëschannerveen woont, zo’n beetje elke Nederlandse en Vlaamse kinder-/jeugddichter persoonlijk kent, ruzie heeft met A en bejaardensekst met Z?' Dit noem ik een laffe insinuatie.

Dommig is datgene wat je in je antwoord zegt: 'slappe polsjes' komt rechtstreeks uit het homofobe jargon. Yeach.

Anoniem zei

Hij noemt Ted van Lieshout niet omdat het niet alleen om Van Lieshout gaat, maar om een aantal mensen, onder wie u, dat, op diverse blogs, met V.L. mee huilde. Die mensen, het inzake ‘Komrij’ zo roerend met elkaar eens, heeft hij samengebracht onder de noemer ‘Beweginkje’. Niet uit lafheid, - een eigenschap waarmee hij zich niet rijkelijk bedeeld acht, - maar omdat hij er voor koos zich, in plaats van tot individuen, tot het anti-‘Komrij’- beweginkje als geheel te richten. Alle punten waarop hij Het Beweginkje aanviel, zijn door Zijn leden zélf geagendeerd, op twee, hooguit drie weblogs, en dus eenvoudig traceerbaar.
In de zin waarin hij zich, volgens u, schuldig maakt aan “laffe insinuatie”, voert hij twee personages ten tonele. “Een onbevooroordeelde, buitengewoon belezen volwassenenpoëziekenner van buiten het dorp” (A) en “een dino die alle objectiviteit en onbevangenheid is kwijtgeraakt omdat-ie al 40 jaar in Kinderpoëschannerveen woont, zo’n beetje elke Nederlandse en Vlaamse kinder-/jeugddichter persoonlijk kent, ruzie heeft met A en bejaardensekst met Z” (B).
A ‘creëerde’ hij omdat Het Beweginkje – of: een aantal leden ervan – de “onbevooroordeelde, buitengewoon belezen volwassenenpoëziekenner van buiten het dorp” Komrij, met betrekking tot jeugd- en kinderpoëzie, ondeskundigheid en dilettantisme aanwreef. Wat hem bracht tot de vraag wat er op tegen zou kunnen zijn een “onbevooroordeelde, buitengewoon belezen volwassenenpoëziekenner” een kinder- /jeugdpoëziebloemlezing te laten samenstellen. Gelieve dus, - in plaats van ‘A’, - ‘Ter Balkt’, ‘Campert’, ‘Claus’, ‘Knibbe’, ‘Kopland’, ‘Kouwenaar’, ‘Michel’, ‘Oosterhoff’, ‘Tentije’ dan wel een stuk of 50, 100, 150 andere namen te lezen.
Tegenover ‘outsider’ A plaatste hij ‘insider’ B. Die kleedde hij aan. “Dino”, metterjaren “alle objectiviteit en onbevangenheid [ ] kwijtgeraakt”, kent “zo’n beetje elke Nederlandse en Vlaamse kinder-/jeugddichter [persoonlijk]”, ruziet “met A en bejaardensekst met Z”.
Daar u van “laffe insinuatie” rept, bestaat er kennelijk een bloemlezer die overeenkomsten vertoont met het door hem, omwille van de – zijn punt verduidelijkende – Tegenstelling, bij elkaar gefantaseerde personage. Daar moet hij, enigszins beschaamd, om lachen, maar al doende verzekert hij u en iedereen dat hij B helemaal zelf heeft verzonnen en dus naar niemand gemodelleerd. U, plaatselijk mandarijntje, bent van de wereldjes, lijntjes, incrowdjes, contactjes, evenementjes, vriendjes / vriendinnetjes, en kent voorzeker bloemlezers bij de vleet. Híj niet.
Begrijp ik goed dat u mij van homofobie beschuldigt? Da’s even lachwekkend als mij voor geheelonthouder, maagd of veganist uitmaken. Even beledigend als mij publiekelijk Nazi–sympathieën toedenken. En, gezien hoe het wél zit, zó kwetsend dat ik er geen vergelijking voor vind.
Met “slappe polsjes” verwees ik naar Het Beweginkjes mijns inziens meelijwekkende, kleingeestige poginkjes Komrij’s boek te besmeuren. Dat die “polsjes” tot een homofoob jargon behoren, was mij niet bekend. In mijn leven is het naar zo’n jargon lang zoeken.
Fijn, wel, dat u zich, na uw beschamend, kant noch wal rakend gepies tegen de ‘KinderKomrij’, opnieuw als vilein karaktermoordenaar laat kennen. Weten de mensen die mij kennen in ieder geval wat voor kwaadwillend, bedorven vlees ze in de kuip hebben.

Anoniem zei

Coen,
los van alle verdere discussies voel ik me toch geroepen om te zeggen dat ik, toen jij 'slappe polsjes' homofoob jargon noemde, misschien wel enigszins begreep wat je bedoelde, maar dat ik het toen ik het in Kees' tekst las compleet NIET met homofoob jargon in verband had gebracht,
ook en vooral omdat ik Kees ken, en hij mijlen- mijlenver van zelfs maar de buitenste mist van homofobie verwijderd is.

coen zei

Het begint wel sneu te worden met Kees. Nu ben ik opeens 'plaatselijk mandarijntje, bent van de wereldjes, lijntjes, incrowdjes, contactjes, evenementjes, vriendjes / vriendinnetjes, en kent voorzeker bloemlezers bij de vleet'. Leuk al die verkleinwoordjes steeds.

Toen ik eerder Chrétien Breukers (ook iemand die graag voor niks in een bloemlezing staat) van homofoob taalgebruik beschuldigde (hij had het over 'dames' en 'handtasjes') reageerde hij net zo: 'Ik hoef mij niet te verdedigen tegen je aantijging. Want dat is het. Ondertussen is hij wel gedaan en dat is – in mijn situatie – jammer.'

Moeten we Spiering en Breukers niet eens gaan outen? Of wat lessen bijbrengen over fout taalgebruik.

Voor de rest: Spiering heeft voor mij afgedaan als serieus gesprekspartner. Van Lieshout heeft op zijn site enkele terechte opmerkingen gemaakt en heeft nooit op de man gespeeld. Hij komt op voor zijn eigen rechten en die van zijn collega's. De meeste collega's vinden het blijkbaar al mooi dat ze ergens in staan en doen het af als gezeur. Dat lijkt me, zeker als er meer bloemlezingen komen, erg dom.

En verder hoop ik dat Edward en Bibi weer solo gaan.

Anoniem zei

Tjonge, wat een pedante, ongezellige (en in dit geval ook: 'stakingsbrekerige') weblog is dit...