donderdag 18 oktober 2007

Ik en Jij (door Frank)

In de supermarkt:

Kind
Kijk, snoepjes.

Mama
Ja.
Lekker, hè?

Kind
Mag ik die?

Mama
Nee, we hebben nog genoeg snoep.

Er komt een dag dat snoepjes snoep zijn geworden. Dat je je een beetje ongemakkelijk voelt als je over snoepjes praat. Want dat is toch ‘kindertaal’. En voor altijd kind blijven is dan wel een prachtig idee, maar je moet het natuurlijk niet overdrijven. Je wil niet kinderlijk of kinds overkomen, want de mensen nemen je niet meer serieus.

Waar ligt dat punt?
Wanneer is een kind nog een kind zonder zich al te veel te beseffen dat het een kind is? Waarschijnlijk is er wel ergens een periode aan te wijzen waarin dat meestal verandert. In die of die klas, of rond een bepaalde leeftijd. Maar wat triggert nou het besef dat er een hele andere wereld is?
Een wereld met volwassenen die anders denken. Waarvan je er later zelf ook één gaat worden. Een wereld waarin een concreet ‘straks’ of ‘later’ aan het ‘nu’ vastzit.

Ik vraag me af of het met ‘ik’ te maken heeft.

Ik ben ik.
Jij bent niet ik.
Jij bent jij.
Jij kunt niet ik zijn.
Ik ben al ik.

En er is maar één ik. Net zoals het altijd vandaag is. Het is nooit morgen, want altijd als het dan eindelijk morgen is, is het vandaag.

‘Ik’ is dus best ingewikkeld. Het duurt even voor je door hebt dat alle ‘jij’s’ eigenlijk losse ‘ikken’ zijn, die allemaal vanuit zichzelf naar de wereld kijken. Dat je voor anderen zelf een ‘jij’ bent. Dat er andere manieren van kijken zijn.

Daar zit ik hard over na te denken. En ik kan me niet een concreet moment herinneren waarop dat besef insloeg. Dat vind ik jammer.
Het is een moment waarin je een stukje kinderlijkheid laat gaan en iets anders laat instappen. Het is één van de eerste grote vragen waar je mee worstelt. Een moment waarop alles verandert.

Natuurlijk wil ‘ik’ nog steeds graag ‘snoepjes’.
En moet een ‘jij’ daar nu meteen voor zorgen.
Maar het is toch anders. Nu zit dat iets in mijn hoofd, dat naar me kijkt als ik dat wil. En dat iets ben ik.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Toen ik naar school moest voor de eerste keer. Het was die dag dat mijn droomwereld wakker werd geschud. Druppelsgewijs kwam de grote wereld binnen.
Ik was niet gelukkig op school.
Maar nu… nu word ik steeds weer meer kind maar met volwassen-handigheidjes of hoe je dat ook noemen moet. Ik durf blij te springen en te zwieren op straat als de situatie dat verlangt maar ik weet ook hoe ik iemand streng moet toespreken… Ik streef naar evenwicht maar ben er nog niet hoor… Mooi filosofisch stuk FRank!

Ludo zei

als je je altijd maar realiseert dat je het kind in jezelf levend moet houden Frank. Wanneer het besef van de wereld om je heen komt....ik weet het niet. Op sommige momenten hebben kinderen van vier dat besef al. Maar heel vaak hebben kinderen van 12 dat beself op bepaalde momenten nog helemaal niet. Ergens ertussen? en op onderdelen, nog niet helemaal.

Mooi stukje.

Marc V. zei

Roch Voisine, een Canadees die een aardig deuntje kan zingen, zong ooit:
I'm still a child, And I guess I will always be the same,
Amazed by a fly, or by the pouring rain
I'm still a child, And I guess I'm the only one to blame,
Won't you follow me now, In my foolish game,
my fairy tale.

Zolang ik dat gevoel vast kan houden, zijn alle andere ikken, gewoon jij-en. Want wat al die andere ikken dan van mij vinden, weet ik niet en dat trek ik me dan niet aan. Maar heel vaak moet ik het gevoel ook loslaten, als groot mens reageren. En dan zie je dat alles wat jij is, ook ik is. En mensen herinneren je daar ook steeds aan: " ja maar ik vind......"

Deze jij is gewoon heel blij met jouw stuk tekst. Kan ik weer eens lekker over nadenken met de herfstvakantie in het vooruitzicht. Dank je wel. (en ik ga er anderen ook mee lastig vallen, op rare momemten vragen wanneer men zich bewust werd dat alle jij-en eigenlijk ikken zijn)