donderdag 9 augustus 2007

Boswandeling (door Anne)

Omdat Frank aan het zeilen is mag ik een dagje op Canna vertoeven. En ik moet zeggen, jullie hebben een prachtig eiland. Er gebeurt van alles en er is altijd stof tot nadenken. Daarom is het moeilijk om te kiezen wat ik in mijn korte verblijf zal doen. Ik zou discussies kunnen aangaan over het nut van de handrem, me aansluiten bij de club van schuldbewuste jeugdliefdes, een gooi doen naar de Frisse Taal Trofee. Ik zou kunnen proberen vrede te stichten op de redactie na de oorlog van vorige week, maar omdat ik me dan meng in dingen waar ik misschien beter afzijdig van kan blijven, heb ik besloten het bij mezelf te houden. Ik maak vandaag een wandeling over het eiland.

De natuur gaat op Canna nog gewoon z’n gang. Op het plaatje bovenaan deze site zie je alleen maar rots, maar daarachter ligt een prachtig bos, door de rotsen beschermd tegen de harde wind die het eiland constant geselt. Het is dichtbegroeid, de zon komt nauwelijks door de boomtoppen heen. Met mijn kapmes baan ik me een weg. Ik heb het gevoel dat hier nog nooit iemand is geweest. Nou ja, het zit er vol met dieren, dat wel. Spinnen ter grootte van grote konijnen, torren die klinken als vrachtwagens, vogels met blinkende tanden in hun snavel, muggen met angels zo dik als mijn pink. Ik was er net nog getuige van dat een hagedis zo groot als een nijlpaard een hele familie varkens opslokte (doodgewone varkens overigens, waarschijnlijk verdwaald tijdens het maken van een ommetje).

Gelukkig loop ik hier alleen maar virtueel, in het echt had ik allang de benen genomen. Dit is niet het soort bos waar ik graag loop. Vorige week heb ik gekampeerd in de Drentse bossen, prachtig was het daar. Vanuit mijn hangmat, tussen twee bomen bungelend, heb ik een spechtenfamilie zitten bekijken en tijdens een wandeling kwam ik een mierenhoop tegen van meer dan een meter doorsnee (zonder overdrijving ditmaal).

Een stukje verderop lagen de resten van een eerdere mierenhoop, waarschijnlijk door de boer van het aangrenzende weiland met takken en iets van benzine uitgebrand. Er was niets meer van over dan wat afgebrande takken in een zwart uitgeslagen kuil. Het deed me goed om te zien dat het de boer niet was gelukt de mieren uit te roeien. Ik vond het ook erg stoer van de overgebleven mieren om een meter verderop gewoon weer een nieuwe hoop te bouwen. Als een opgestoken middelvinger naar de boer, die binnenkort wel weer terug zal komen om zijn slachtpartij af te maken.

Ze deden me ook wel denken aan ons, de mens. Stel dat alle rampscenario’s in een keer uitkomen, de aarde overstroomt, wordt oververhit, we worden geraakt door een meteoriet, aliens vallen ons aan. Er blijft maar een klein groepje mensen over. Zal dat groepje net zo z’n best doen om een nieuwe hoop te maken als die mieren? Ik vrees van niet. In principe zijn we allemaal wel voor de goede zaak, het voortbestaan van de mensheid. Maar in de praktijk denk ik dat er al snel onenigheid zal ontstaan over de locatie van de hoop, de verdeling van de kamers, het behang van de gemeenschappelijke ruimtes. Voor je het weet ontstaan er comités en belangenverenigingen die elkaar bevechten, die op hun beurt weer afscheidingsbewegingen en splintergroeperingen opleveren, die op hun beurt uiteenvallen in éénmansfracties. Wij komen teveel voor onszelf op tegenwoordig en we denken dat dat iets is om trots op te zijn. Mieren denken niet aan zichzelf, ze doen alles voor de groep. En ik denk dat ze met die tactiek de boer zullen overleven, hoe vaak hij ook hun nieuwe hoop platbrandt. Er zullen altijd mieren overblijven die de handen ineenslaan en vol goede moed beginnen aan de volgende hoop.

Van het zijpaadje door de Drentse bossen terug naar het Cannabos, alwaar ik inmiddels op een open plek ben aangekomen. Er is een meertje en de zon schijnt volop. De dieren die ik net nog overal zag komen hier niet. Hier is het echt stil, een mooie plek om tot mezelf te komen. In het gras naast het water graaf ik een diepe kuil, groot genoeg om zelf in te liggen. Ik sleep er takken naartoe en mos en blaadjes. Rondom de kuil begin ik te bouwen: mijn eigen Annehoop.

Het schiet aardig op, ik heb nog een paar takjes nodig voor de buitenkant, daarna kan ik me met het interieur bezig gaan houden. Vanuit het bos zie ik het water van het meertje ineens heftig bewegen. Er komt een grote groene draak uit naar boven, druipend en begroeid met waterplanten. Hij kijkt me aan, haalt diep adem en zet met een steekvlam uit zijn neus mijn hele hoop in brand. Voordat de draak zich weer in het water laat zakken kijkt hij me nog een keer aan, met een uitdagende blik. Even twijfel ik. Zal ik aan een nieuwe hoop beginnen? Ik laat het er maar bij zitten. Mijn vriendin verwacht me voor het eten vanavond. Ik kijk nog even naar de smeulende resten van mijn hoop en begin aan de terugtocht.

Jullie hebben een mooi eiland, met een prachtig bos. Ik vond het een eer een dagje langs te mogen komen. Maar hadden jullie me niet even kunnen waarschuwen voor draken?

7 opmerkingen:

Anoniem zei

Draken! Machtig! Anne, een pracht verhaal.
Misschien had FRank je even moeten berichten over het feit dat je de draken op Canna op hun buik moet kriebelen, dan spuwen ze geen vuur. De spinnen moet je Gelderse worst voeren, dan houden ze zich koest en de hagedissen kan je omkopen met veel geld en dan mag je vervolgens op hun rug het eiland rond. Ik hoop dat je de weg naar Canna nog eens terugvinden zal.

Ludo zei

Dag Anne, welkom op ons eiland. Heb geen vrees voor de draken. Ze zijn er slechts om de natuur in evenwicht te houden op ons eiland én, ik geef het toe, om ons te beschermen tegen ongewenste indringers, die niets snappen van ons eilandleven. Zeurkousen, krentenwegers en smaldenkenden komen er niet in. Wij redden ons wel. De draken vinden het heerlijk als je ze aait en dénk erom dat je afdingt bij de hagedissen.
Je verhaal smaakt in elk geval naar meer.

Anoniem zei

Anne, je verhaal geeft me naweeën van mijn net-afgelopen Guatemala-reis! Er is ook nog zóveel meer interessants te vertellen dan alleen die wekelijkse verhalen van me...

Jouw torren die als vrachtwagens klinken bijvoorbeeld. Die deden me denken aan torren die ik hoorde in de vochtige bossen bij watervallenprachtplaats Semuc Champey - de beestjes waren twee of drie centimeter groot, wat al best veel is voor een tor, maar het was nog niets vergeleken met het lawaai dat ze maakten. Het was zjjjjjiiiiiiiiieung, het geluid van een cirkelzaag. Ik zweer het je, een cirkelzaag, knerpsnerpend, krijsend. Alsof werklui daar middenin het oerwoud een nieuw toeristenresort bouwden.

En die mieren, die doen me denken aan de mieren van Tikal - een groot Maya-ruïnecomplex. Onze gids adviseerde dichte schoenen en lange broekspijpen, en dan niet tegen de muggen, maar tegen de mieren. Dat begrepen we, toen we ze ontmoetten. Ze kruipen schaamteloos je broekspijpen in, alsnog, om daar een leeg beenstukje te vinden, waar ze even lekker gaan zitten prikken. Prikmieren. Ze doen het niet om bloed, ze doen het niet om de huid te doorboren, ze leggen ook geen eitjes onder je opperhuid, uitwerpselen evenmin, ze prikken alleen maar. Prikken om het prikken. Met z'n allen tegelijk - zeker als je je voet net per ongeluk midden op hun snelweg hebt neergezet.
Een paar dagen later zagen we op een andere plaats trouwens nog meer mieren, ook met een snelweg, maar zonder prik. In colonne droegen ze op hun rug gele bloesemblaadje van een nabije boom. De blaadjes uiteraard vijf keer zo groot als zijzelf. Het was vlaggetjesdag in mierenland.

Anoniem zei

Anne, Godzijdank hebben de katachtigen zich vandaag rustig gehouden, want je weet niet wat je overkomt als er eentje begint te spinnen. Dan lijkt het of de donder losbarst boven ons eiland. De wormen hielden zich eveneens schuil. Het regende vandaag voor de verandering niet dus konden ze ondergronds blijven. Maar kom gezellig nog eens terug, dan laten we de boel trillen en beven, zeker na etenstijd als het haardvuur brandt.

Anoniem zei

@Alexander, die torren heb ik ook gehoord! In Seoul nota bene. Ik vond het erg onaangenaam, bedreigend bijna.

@Anne - Frank kan trots zijn op een plaatsvervanger die zo diep de bossen in durft. Ga zo door, een Canna Medaille ligt in het verschiet.

Anoniem zei

Maar waar waren de beren vandaag?!

Anoniem zei

Wat een prachtig stukje Anne! Blijf op dit eiland!