dinsdag 7 augustus 2007

Mijn auto deel 3 (door Bibi)

We zouden een weekendje op stap, M & ik, sentimental journey. We kenden elkaar van de zomervakanties toen we zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf waren. Een zomervriendschap, dat was het. M & ik lieten onze fietsen slippen en trokken lange strepen in het grind, M & ik bekogelden elkaar met de rotte appels uit de boomgaard, M & ik spanden samen tegen onze oudere broers, M & ik hadden een buks bemachtigd, M & ik speelden ‘Stap op’ zonder ruzie wanneer het regende, M & ik was lol.

We werden buren, M & ik. Stom toeval. We hadden elkaar als tiener niet meer gezien, maar nu we eenentwintig waren (op dertien dagen na even oud) pakten we de lol weer op. Daarom bedachten we een weekendje weg, for old times sake.
De avond voor we vertrokken ging de bel. M op de stoep. Hij moest me iets vertellen. Het werd de leukste liefdesverklaring die ik ooit hoorde. Het ging zo: ‘Ik moet je iets vertellen, het is niet erg, ik ben verliefd, op jou dus, maar dat gaat weer over, trek je er niks van aan, en hoe laat zullen we morgen gaan?’
We vertrokken om tien uur in de Fiat Panda van zijn moeder. Onderweg lol. Toen we in ons huisje aan kwamen lol. Tijdens het koken lol. En over de liefde werd niet meer gerept.
De volgende ochtend waaide het. Nee, het stormde. Het beukte. Het raasde. We zouden naar Vlissingen, omdat in Vlissingen de storm wel eens een orkaan zou kunnen zijn, lol. Ik mocht rijden, want als je geen auto had moest je volgens M wel blijven oefenen. We kozen de kleine weggetjes, ik nam de bochten iets te scherp, lol. Ik hield op de rechte stukken tien seconden mijn ogen dicht, lol. We kwamen in Vlissingen aan en ik parkeerde op de kade.
We dronken koffie op de boulevard en daarna liepen we naar het water. Onze kapsels stonden overeind, lol. We renden met de wind mee en we leunden er tegenin. Het water stapelde zich op en stortte zich over de wallekant uit. We kregen veel zuurstof binnen, de storm propte zich in onze monden. We werden licht in ons hoofd. Heel licht, zo licht dat ik onze auto zag rijden. ‘Kijk, daar rijdt onze auto.’
‘Ja,’ zei M, ‘het lijkt heel erg op mijn moeders Pandaatje.’
‘Grappig gezicht, want er zit niemand in.’
‘Het rijdt uit zichzelf.’
Lol.

Toen zweefde het rode Pandaatje met niemand achter het stuur naar de rand van de kade. De storm duwde en het Pandaatje reed. Het maakte maar een heel klein sprongetje toen het over de rand werd getild en bonkebonk over de zwarte basaltblokken de Westerschelde in stuiterde. Daar dreef het autootje richting zee. Een schipper belde met de scheepsmobilofoon de brandweer op.
Wij stonden aan de kade. M huilde. Er kwam een stel naar ons toegelopen. De vrouw zei: ‘Je blijft lachen in een Panda hè?’ Dat was van een zinnetje uit de Fiatreclame uit die tijd. En de man zei: ‘Die gaat naar Engeland.’ Lol, dat stel dan.
De brandweer viste de Panda op. Takelbedrijf Couzee hees hem daarna uit het water. De politie bracht ons naar ons vakantiehuisje. Daar haalden we onze spullen op. Daarna gingen we mee terug naar Vlissingen. We mochten met z’n tweeën voorin naast de chauffeur. We gingen rijden. De radio stond aan en de chauffeur stak een shaggie op. Wij ook. We rookten. We zagen de wereld door een nieuw venster. En keken we door het raampje achter ons dan stond daar de rode Panda, vastgesnoerd, scheefgezakt en verzopen op de reusachtige truck.
Drie uur later reed de takelwagen het kleine straatje in waar M’s moeder woonde. Ze stond in de keuken. Haar mond viel open, ze liet de theedoek vallen en rende naar buiten. De chauffeur stapte het gazonnetje op, gaf de moeder een hand en zei: ‘Mevrouw, we komen uw auto terugbrengen.’ M & ik keken elkaar aan. ‘Die was gaan zwemmen,’ ging de chauffeur verder. M & ik klapten dubbel. Lol is het leukst wanneer het niet mag.
M & ik hebben elkaar niet meer gezien sinds een van ons verhuisde. Er moet iets toevalligs gebeuren, willen we de lol weer kunnen oprapen als hadden wij hem gisteren per ongeluk laten vallen. Over de liefde hebben we het nooit meer gehad. Hij kwam eroverheen, dat is zeker. De panda niet, die werd afgevoerd en total loss verklaard

Hier eindigt de zomertrilogie Mijn auto.

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Hier past, na 1 x WOW!, een bewonderend zwijgen.

Anoniem zei

Geweldig geweldig geweldig geweldig geweldig geweldig geweldig!

Ludo zei

Bibi, wil je morgen ook, ik durf niet meer.....

Anoniem zei

WOW!
Wat een verhaal!
Ach hemeltje, Panda op pad en het grootste avontuur van zijn leven wordt meteen zijn ondergang. Maar wel een ondergang met stijl!

Anoniem zei

Wat erg... Maar ook wat ontzettend grappig... En wat een goed verhaal... Mag ik dit verhaal een keer lenen voor op een feestje?

Anoniem zei

De pennenvruchten van Bibi Dumon Tak lezen, dat is de gouden acclimatiseringstip voor zwevende, half gelande Guatemala-reizigers. Het is meteen weer leuk om terug te zijn. Dank u.
En gelukkig heeft Radio Canna ook Uitzending Gemist - er ligt nog een maand moois-met-terugwerkende-kracht klaar!

Anoniem zei

Dat noem ik nou een stormachtige autotrilogie. Jammer dat het geen serie kon worden. Ben je door je auto's heen, Bibi? Ik heb ervan genoten.
Alexander heeft overigens wel gezorgd voor een nieuwsgierig makend Doekje voor het Bloeden. En dat na de fascinerende reisverhalen. Ik ga hier nooit meer weg!

Anoniem zei

Een verhaal om je tranen bij te lachen. Het deed me daarnaast denken aan mijn allereerste Eend, die moest en zou ook zwemmen. In het donker bij een gronings landweggetje. We zijn heelhuids de sloot uitgekomen, maar nog jarenlang vond je kroos terug in hoekjes en gaatjes onder de motorkap.