maandag 13 augustus 2007

Onvermoede wensen (door Bibi geruild met Alexander)

Iedereen heeft wensen. Ze staan op een lijstje in je hoofd en meestal blijven ze daar tot je ze op een dag verliest omdat je simpelweg te laat bent ze nog uit te voeren. Natuurlijk wil ik naar het noorderlicht in Lapland, natuurlijk wil ik ooit nog eens onder een vlucht toeterende kraanvogels staan, wil ik een Mercedes 280s uit 1976 bezitten, met de Orient Express naar Odessa rijden. Ik wil zoveel.

Wat je levend houdt zijn niet de ingelijste wensen, maar de onvermoede. Van sommige wensen wist je namelijk niet dat je ze had tot het moment dat het je overkomt. Gisteren gebeurde dat. Een sluimerend geluk stond op in mij.
We gingen naar het Vondelpark, J en ik. In het openluchttheater zou Alderliefste optreden, en misschien zou Ramses Shaffy zich bij hen aansluiten.
Misschien.
IJs en weder dienende.

Met de muziek van Shaffy ben ik opgegroeid en voor mij is hij de allergrootste artiest van de Lage Landen. En wie weet zou ik hem eindelijk voor het eerst gaan zien. Maar ik was niet de enige die dat hoopte. Een menigte had zich voor het podium bijeengedrukt. We wurmden ons naar het midden toe. J, ruim een hoofd groter dan ik, bracht verslag uit.
Voor Alderliefste begon te spelen wees de zanger op een lege microfoon en zei: ‘Die staat daar niet voor niets.’ Het zinderde in de massa. ‘Hij komt, hij komt echt,’ werd er gefluisterd. Ik zag helemaal niets behalve die lege microfoon. Ik dacht: als hij komt, dan zie ik tenminste zijn gezicht.
Het duurde acht liedjes en toen kondigden ze hem aan. Precies in de opening, de vrije doorgangsruimte voor mijn blik op de microfoon, kwam een hoofd te voorschijn van iemand van twee meter lang. Ik sprak mezelf toe rustig te blijven en hem niet, voor zover ik erbij kon, omver te stompen. Het ging tenslotte om de muziek, om zijn echte stem. Goed dan.

De mensen begonnen te klappen, te roepen en J vertelde wat er op het podium gebeurde. Precies op het moment dat Ramses op een kruk plaatsnam achter de lege microfoon dook de man van twee meter naar zijn vriendinnetje van 1 meter veertig toe waardoor ik plotseling het krijtwitte en lachende gezicht van de held van het Nederlandse lied te zien kreeg. Er trok een siddering langs mijn huid en ik wist: dit is een gezicht van mijn vroeger.
Hij begon te zingen, en iedereen zong mee. Iedereen van alle leeftijden. De man van twee meter kwam niet meer overeind terwijl de woorden van ‘Laat me mijn eigen gang maar gaan’ uit alle monden wandelden.
Toen het eerste liedje was afgelopen begon het zachtjes te regenen en de held vroeg of we desondanks nog iets wilden horen en dat wilden we, God wat wilden we dat. Dus gingen we zingen, vechten, huilen, bidden, lachen, werken en bewonderen.
De regen hield aan en de mensen haalden paraplu’s tevoorschijn. Joost mag weten waarvandaan, maar het hele plein werd één groot regenscherm terwijl we zongen. Ik had geen paraplu en J ook niet waardoor de regen van de ene op de andere paraplu droop om tenslotte bij ons uit te komen. We waren het regenputje van het Vondelpark geworden, maar niets kon ons meer deren.
En toen we met z’n allen hadden gezongen, gebeden, gehuild, gevochten en wat al niet meer, begon Shaffy aan zijn cantate. Daarboven moet er toen iemand, de een of andere magistrale regisseur, gedacht hebben: en nu alle kranen open. ‘Open die sluizen,’ schreeuwde hij vanaf zijn troon tegen zijn helpers. ‘Trossen los! Niet talmen, Gods water over het Vondelpark. Alles tegelijk, kan ons het schelen, NU!’
Het water viel zo hartstochtelijk en omarmend naar omlaag dat alle mensen hun paraplu’s weer dichtvouwden. En iedereen stond weldra ‘lalalalalala’ te zingen in de gutsende regen. Op dat moment was bij alle mensen een onvermoede wens in vervulling gegaan: zingen met Shaffy onder een bulderend wolkendek. Het huidwarme water spoelde alle politieke ongerustheid, alle krantenberichten, alle leugens en onverdraagzaamheid van ons af. En voor even waren we allemaal elkaars broer en zus, komend uit dezelfde wolk, en uiteenspattend op onze gezamenlijke moeder aarde.

‘Voor degene in een schuilhoek achter glas,
voor degene met de dichtbeslagen ramen,
voor degene die dacht dat-tie alleen was,
moet nu weten, we zijn allemaal samen.’

AmenFoto van concert in het Vondelpark op 12 augustus 2007gemaakt door Lex van Groningen. Zie voor meer foto's: www.lexsample.nl

7 opmerkingen:

Anoniem zei

Vandaag draaien we op Canna alleen maar Shaffy. En morgen ook. Wat een rijkdom voor Nederland: dat hij Er Nog Is.

Ludo zei

P R A C H T I G !

Ik ben jaloers. En niet een klein beetje.

Anoniem zei

Ik heb kippenvel, dank je wel dat je er ons ook nog bij hebt laten zijn.

Anoniem zei

OOoOoOoh, wat een geweldige belevenis.
Een moment in de tijd waarin alles klopte… die momenten zijn zeldzaam. Mooi. Heel mooi.

Anoniem zei

Daar had je (of in elk geval ik)bij willen/moeten zijn... maar gelukkig hebben we de verhalen van B en JP nog...

Anoniem zei

Bibi, overvliegende kraanvogels in de avondzon of Ramses in het Vondelpark - ik weet niet wat mooier is. Dankjewel voor het mooie verslag!

Anoniem zei

Hoi Lex, en jij dank je wel voor de prachtige foto die ik hier mocht gebruiken.
@iedereen: Lex heeft nog meer foto's van het concert gemaakt. Ga daarvoor naar www.lexsample.nl en klik op het laatste nieuws. En toen ik daar zelf terecht kwam zag ik ook de ooievaars van het Vondelpark. Vandaag heb ik ze zien rondstruinen: vader, moeder en drie kinderen. Zie je? Dat concert heeft de mensen verbroederd.