maandag 17 december 2007

Amsterdam-Oost (door Alexander)

I.
INTEGRATIE

Anderhalve maand geleden verhuisde ik naar Amsterdam-Oost. Ik was blij, nieuwsgierig, want daarmee zou het Midden-Oosten voor mij iets dichterbij komen. Ik zou eens een andere kant van Amsterdam te zien krijgen, ik ging wonen temidden van allochtonen.

Toen ik nog aan de gracht woonde, op stand, zaten de enige allochtonen met wie ik in aanraking kwam achter de kassa bij de Albert Heijn. Voor mij in de rij stonden yuppen en Connie Palmen. Mijn niveau van multicultureel samenleven beperkte zich tot afhaalbezoekjes aan het rotizaakje om de hoek, maar mijn maag had vaak problemen met die roti, dus ook dat bleef zeer beperkt. En het heen-en-weer-geven van de bonuskaart dus.

Dáár zou nu dus verandering in komen, mijn samenleving zou werkelijk multicultureel worden. Maar. Documentairemaker Michiel van Erp verklaarde twee weken geleden waarom hij niet veel allochtonen als vriend had: ‘Ik woon midden in Amsterdam en daar staan geen huizen van Marokkanen of Turken. Dus ik kom ze gewoon niet tegen.’

Dat is een gedeelte van de verklaring. Want ik kom nu wel allochtonen tegen, maar ik kén er nog geen. Om twee redenen: op straat hoor ik vooral andere talen. Geen Engels, geen Spaans, maar een taal die ik totaal niet beheers. Ten tweede: waar praat je dan over? Waar moet het babbeltje met mijn Marokkaanse buurvrouw over gaan? Over het weer? Ik weet het niet goed.

II.
METRO

Anderhalve maand geleden verhuisde ik naar Amsterdam-Oost. Dat betekent dat ik nu ook soms met de metro ga – de metro, die als een slagader het leven naar de buitenstedelijke stadsgebieden pompt, van het Centraal Station helemaal tot in de Bijlmer.

Ik wil over de metro twee leuke dingen zeggen. De eerste is dat ik gisteravond in de metro een leuk type zag. Hij stapte op de Nieuwmarkt in, slofte naar binnen, was met twee vrienden, de wagon was behoorlijk leeg, dus hij nam een bankje voor zichzelf, zijn vriend ook en zijn andere vriend ook. Samen drie bankjes. Super chill. Zijn sloffen was een pose, hij zat vol energie en verraadde dat door als een rappe gitarist zijn Rubix-kubus te bespelen. Door niets of niemand te verstoren.

Toen kwam er een blonde dame binnen. Slank, met een donkerblauwe jas van het soort viltachtige stof dat er vaak erg chic uitzag. Halverwege de jas, midden op haar buik, zat de riem die haar lichaam mooi wespachtig getailleerd liet uitkomen. Ze ging niet zitten, posteerde zich naast een vasthoudpaal. En het leuke was dat de jongen naar haar keek, kéék, man, het was alsof hij voor het eerst van zijn leven roomijs at. Het was een tantu spange chick. De Rubix wachtte.

Het tweede leuke ding is dit filmpje. Een vriend van mij maakte het een tijd geleden en ik moet er nog steeds om grijnzen. En tot slot een verontschuldiging: dit is eigenlijk geen blogstukje, maar twee sprintjes die losjes met elkaar verbonden zijn. Ingetogen sprintjes dus.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik had ook plezier om het ingetogen sprintje!

Anoniem zei

Ik hou van losse sprintjes die met ekaar verbonden zijn.

Anoniem zei

Hè, wat een fijn stuk, weer! De maandag wordt zo echt een dag om naar uit te kijken.
Het filmpje is ge-wel-dig! Het geluid erbij is net minimal music. Bedankt!

(Ik kende de naam van de filmer - maar waarvan? Misschien kun jij dit ophelderen, Alexander. Ken ik hem van meer mooie filmpjes?)