dinsdag 4 december 2007

hoofd versus hart (door Bibi)

Laatst zat ik in een café te praten met R. Levenspraten was het. Over hoe dit en hoe dat. Op een gegeven moment zei R. dat hij wilde dat hij vaker een mening had. Hij baalde van zichzelf dat hij nooit wist wat hij precies moest denken. Ik zei dat ik het herkende en ook dat ik wist hoe het kwam.
Tenminste ik denk het te weten. Je hebt de mensen die denken met het hoofd, die hebben hoe dan ook altijd een mening. En je hebt de mensen die denken met het hart. Die hebben alleen een mening als het gaat om dingen die ze raakt. En omdat het ze raakt kunnen ze vaak niet eens goed beredeneren waarom ze die mening hebben, zodat het eigenlijk geen mening lijkt.
Mensen die denken met het hart kunnen hun mening met gemak aanpassen als ze een tegenbericht horen. Je zou kunnen zeggen dat die mensen slap en beïnvloedbaar zijn, maar je kunt het ook open en begripvol noemen.
R. zuchtte, hij vond zichzelf knap waardeloos. Maar dat is hij nu juist niet. R. is iemand die in een volle tram voor je opstaat, ook al heeft hij zelf een gebroken been. R. is iemand die de drankjes haalt ook al is de rij een kilometer lang, R. wacht je op en brengt je weer thuis op zijn laatste druppel benzine, R. belt als je net bij de dokter bent geweest. R. heeft zelden ruzie, maar dat komt waarschijnlijk omdat zijn grenzen nogal transparant zijn. We willen allemaal een R. in onze vriendenkring.

Dan nu het volgende: hoe moeten de denkers met het hart dan over dit filmpje denken? Mijn hart zegt: foute boel. R.’s hart waarschijnlijk ook. Omdat het door Zwitserland en de Europese Unie is gemaakt. De situatie klopt niet. Niet reëel. Het moet Afrikaanse immigranten ontmoedigen naar Europa te komen.

Maar dan lees ik ook dat Youssou Ndour net zo’n filmpje heeft gemaakt om zijn landgenoten te waarschuwen. En hij kan het weten, toch? Maar ik blijf denken: foute boel. Het voelt als gemeen en onheus.
PS: aan R. heb ik op dit moment niets.

4 opmerkingen:

Marc V. zei

Oei Bibi

Moeilijk zeg. In mijn werk denk ik vaak met mijn hoofd. Daarbuiten vaker met mijn hart. Probleem hier is dat mijn hart mijn hoofd ook " raadpleegt". Het filmpje komt zo onecht over, dat mijn hart het niet kan volgen. Als ik alleen naar de beller kijkt, dan wil ik hem direct in huis nemen, eten geven, geld geven, kleren geven, een arm om de schouder slaan enz enz. Maar omdat het zo onecht is (door die vader in zijn mooie zetel met een telefoon, krantje erbij, lelijk schemerlampje; kortom: redelijk tot goede levensstandaard), zie ik ineens geen vluchteling meer.
Het is ineens een andere boodschap geworden: elke vluchteling in nood is eigenlijk iemand die een goede situatie achter zich laat, op zoek naar nog beter, op onze kosten. Die moeten we hier dus niet. Het is een reclamespotje voor iets waar mijn geld, mijn arm, mijn kleren, mijn eten en mijn huis niet in passen.
Maar mijn hart zegt dat dit niet klopt en wint het dan van het hoofd.
Fout filmpje! Vieze smaak in de mond. Bah! Er is niet over nagedacht, terwijl het vast met het hoofd gemaakt is en niet met het hart. Gemaakt om hartdenkers met verkeerde informatie te overspoelen.

Anoniem zei

Onaangename sfeer. Het is des bange mensen om andere mensen te ontmoedigen in mijn beleving.

Wat betreft R. Als iemand attent is, belt op momenten dat je net iemand nodig hebt, voor je klaar staat, mooie gesprekken kan voeren... Hoe kan het dan dat juist zó iemand zich waardeloos voelt..? Mensen die zich voor níemand interesseren kennen ‘t waardeloos voelen niet. Terwijl zij het zich juist eens zouden moeten voelen. Misschien werden ze dan wat attenter. Omgekeerde wereld.

Anoniem zei

Vanwege mijn te wensen overlatende computeromstandigheden kan ik het filmpje helaas niet beluisteren en nauwelijks zíen, maar wat erbóven staat, verschaft mij al voldoende nadenkstof.
Ik herken R.’s verzuchting als iets van – voor mij – vroeger. Niet dat ik tegenwoordig over alles “hoe dan ook altijd een mening” heb – integendeel - of dat mijn meningen onwrikbaar vaststaan – zéér idem; inzake sommige onderwerpen blíjf ik twijfelen -, maar ‘nooit weten wat ik precies moet denken’, nee, daar lijd ik, geloof ik, niet (meer) aan.
Ik weet mijzelf een hartdenker, - d.w.z. veeleer instinctief, ‘op gevoel’, dan verstandelijk levend (over “dingen” die me niet ‘raken’, ontstáát in mij niet eens een mening), - maar houd de bewering dat allen “die denken met het hart” “hun mening met gemak aanpassen als ze een tegenbericht horen” voor onjuist. Sorry. Je theorie op grond van tegenbewijs herzien, lijkt mij domweg verstandig en is volgens mij niet voorbehouden aan hartdenkers, integendeel. Als je het mij vraagt, zijn juíst sommige hartdenkers, hoeveel goede tegenargumenten ook worden aangevoerd, niet van hun ongelijk te overtuigen.

Anoniem zei

@Marc: wat een mooie brief. Ja je zegt het goed, het is heel misleidend: de vluchteling wordt als profiteur gezien omdat zijn thuis helemaal niet zo slecht is. Hadden ze armoede, oorlog en ellende getoond dan had je die jongen begrepen.
@Jeska: naar bange mensen dient men nooit te luisteren inderdaad.
@Kees: ik geloof dat je gelijk hebt. Dat hartdenkers ook heel onberedeneerbare stuurse denkers kunnen zijn. Dat je denkt: gebruik je hoofd nou eens. En toch ben ik een hartdenker, en het kan dus best zijn dat je de denkerswereld niet in tweeen moet splitsen, maar in vieren, of achten. En ik moet nu weg naar de grens van het land, maar onderweg denk ik verder. Ik voel het borrelen namelijk.