maandag 31 december 2007

Einde (door Frank)

Tja.
Zit ik dan.

Mijn hutkoffer is al ingepakt. Al mijn spulletjes, waar ik de laatste maanden zo fijn tussen heb geleefd, zijn veranderd in een houten kist met een label. De muren zijn kaal en grauwig. In de zomer knalde de kleur er nog vanaf.
Alsof ik voor mijn huisje al weg ben en er dus geen reden meer is om gezellig te zijn.

Straks gaat de boot. Straks pak ik mijn jas en sjaal. Hijs ik mijn kist op mijn schouder en stel me even voor dat ik een beroemde reiziger ben uit een boek. Misschien een scheepsjongen van Bontekoe. Dan kijk ik een laatste keer om, voor ik het pad afloop naar de aanlegsteiger en het water. De eindeloze zee.

Ik had nog een recensie willen schrijven over de cd's die ik van I. kreeg tijdens haar bezoek aan het eiland. Nog willen vertellen over het gekke VAC-bordje verderop langs de weg. (Het betekent Varkens ActiviteitenCentrum. Ik stel me daar altijd een speeltuin bij voor, met blije biggen die van glijbanen af gaan. Maar toen ik beter keek stond er naast de tekst een tekening van gestileerde spermacelletjes, met staartjes. Toen werd het ineens een heel andere varkensspeeltuin.)

Ik had nog het uitzicht over zee willen beschrijven, vanaf de rotsen, als de maan helder is. De lucht die dan koud en zout langs je hoofd draait. Je hoort stemmen uit de golven op zulke nachten. En ik praatte dan terug.

Dat zo'n eiland na een paar maanden toch al een thuis kan zijn. Met een vertrouwde knerp in het tuinhek.

De radiosoap over alle bewoners hier en het grote Canna-lentefestival gaan voorlopig even niet door. Ze liggen in een ideeëndoos die ik straks bij het derde witte paaltje ga begraven. Als u er nog iets in wil stoppen, het kan nog.
We graven hem weer op als we ooit aan een sequel beginnen. Een 'return to Canna'.

Vooruit dan maar. Het is tijd. Ik ga een stem uit zee volgen.

Jas aan. Sjaal om. Nog één keer checken of het slotje goed op mijn kist zit. Hier sta ik, Peter Hajo, op weg naar onbekende bestemming. De knerp in het tuinhek. Ik ga het hier missen.

Maar ze roept me.
Ze roept.

Geen opmerkingen: